Sociaal
CAO 32bis - Overgang van onderneming krachtens overeenkomst
Lees eerst even dit…
De verschillende richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen
(richtlijn 77/187 en 98/50, gecoördineerd door de richtlijn 2001/23/EG) inzake
overdracht van ondernemingen werden in België uitgevoerd door middel van een
collectieve arbeidsovereenkomst, de cao 32bis, die algemeen verbindend werd
verklaard door het koninklijk besluit van 25 juli 1985.
De rechters worden geacht de toepassing van deze cao uit te leggen in
overeenstemming met de Europese bepalingen en met inachtneming van de
rechtspraak van het Hof van Justitie.
Zo was de rechtbank van Brussel[1] van mening dat “de rechter zo veel als mogelijk
moet interpreteren binnen deze context en volgens de doelstellingen van deze
richtlijnen”.
De arresten van het Europese Hof van Justitie hebben dan ook een grote
invloed op de Belgische rechtspraak.
[1] Zie vonnis van de
Rechtbank van Brussel, 21 oktober 2004, JTT 2004, 217.
Wat is een overgang van onderneming krachtens overeenkomst?
Een overgang van onderneming krachtens overeenkomst[1] is de overgang van een economische
eenheid die haar identiteit behoudt, met het oog op
de voortzetting van een al dan niet hoofdzakelijk
economische activiteit.
Een overgang van onderneming krachtens overeenkomst houdt in dat 3
voorwaarden zijn vervuld:
- een wijziging van werkgever;
- de overgang van een onderneming of een gedeelte van
een onderneming;
- een overeenkomst tussen de vervreemder (de
werkgever die zijn overnemer overdraagt) en de verkrijger (de werkgever die de
onderneming overneemt).
We zullen die 3 voorwaarden hierna in detail bespreken.
De regelgeving over de overgang van ondernemingen heeft tot doel de
werknemers te beschermen bij een dergelijke verrichting. Alle overeenkomsten
die op de datum van de overgang bestaan tussen de vervreemder en de werknemers
van de overgedragen onderneming worden door het loutere feit van de overgang
van onderneming van rechtswege overgedragen op de
verkrijger.
[1] In de zin van de cao
nr. 32bis.
Eerste voorwaarde: wijziging van werkgever
De overgang van onderneming krachtens overeenkomst impliceert dat er een
wijziging van werkgever plaatsvindt. Dat is het geval wanneer
de overdragende werkgever (natuurlijk persoon of
rechtspersoon) de hoedanigheid van werkgever verliest ten aanzien van de
werknemers van een (gedeelte van een) overgedragen onderneming ten gunste van
de verkrijgende werkgever (natuurlijk persoon of
rechtspersoon), die deze hoedanigheid verwerft door de overdracht[1].
De volgende verrichtingen kunnen onder meer worden beschouwd als een
overgang van onderneming krachtens overeenkomst in de zin van de cao nr. 32bis
aangezien de identiteit van de werkgever wordt gewijzigd:
- wijziging van het juridisch statuut;
- oprichting van een vennootschap;
- overdracht[2];
- fusie;
- absorptie;
- schenking
- verkoop van het handelsfonds tussen handelaars;
- enz.
In feite is de toepassing heel ruim.
Daarentegen zijn overdrachten die het gevolg zijn van het overlijden van de
werkgever, van een gerechtelijke of administratieve beslissing of van elke
juridische transactie die de juridische entiteit van de werkgever niet wijzigt
(bijvoorbeeld een interne herstructurering of inkoop van aandelen)
uitgesloten, aangezien de werknemers dan geen nieuwe werkgever
hebben.
[1]
De vervreemder of overdrager is de natuurlijke de natuurlijke of
rechtspersoon die zijn onderneming geheel of gedeeltelijk overdraagt en
hierdoor de hoedanigheid van werkgever verliest, aan een andere persoon, de
verkrijger genoemd, die alle of een deel van de activiteiten van de onderneming
overneemt. Zo wordt de verkrijger de nieuwe werkgever van het
overgedragen personeel.
[2] Volgens het
Arbeidshof van Luik (19 maart 1986) brengt de overdracht van een apotheek een
wijziging van werkgever te weeg ten aanzien van de werknemers die op de datum
van de overdracht zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst.
Tweede voorwaarde: overgang van een (gedeelte van) een onderneming
De overgang van een onderneming is de overgang van de economische
entiteit die haar identiteit behoudt, met het oog op de
voortzetting van haar economische activiteit,
ongeacht of het om de hoofdactiviteit of een nevenactiviteit gaat. Het behoud
van de identiteit van de onderneming wordt in elk geval afzonderlijk
geanalyseerd, naargelang van de feitelijke omstandigheden.
In de praktijk gaat het om de overgang van een entiteit die zelfstandig kan
worden uitgebaat en voortgezet voor zover ze een zelfstandige opdracht vervult
voor de vervreemder[1]:
- de overgang van een eenheid van personen of
middelen;
- de overdracht van een economische activiteit;
- de overdracht van een eenheid met een zelfstandige
opdracht en zelfstandige doelstellingen;
- de overdracht van een eenheid die voldoende
zelfstandig en gestructureerd is.
Deze exploitatie-eenheid kan een hoofd- of nevenactiviteit zijn[2] [3].
Volgens het Hof van Justitie veronderstelt een ‘gedeelte van een
onderneming’ een duurzaam georganiseerde economische eenheid, ongeacht haar
rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd[4]. De over te dragen eenheid moet over voldoende
functionele autonomie beschikken[5]. Het feit dat de overdragende onderneming na de
overgang van één van haar activiteiten blijft bestaan, heeft geen belang. Er
is bijvoorbeeld sprake van een overname van een gedeelte van een onderneming
met economische entiteit bij een overgang van al het cliënteel en van de
belangrijkste personeelsleden die dat cliënteel hadden aangebracht.
Er is ook sprake van overgang in de volgende gevallen:
- overgang tussen twee ondernemingen van eenzelfde
groep[6];
- onderneming die aan meerdere vennootschappen wordt
overgedragen;
- overgang van een dienstenovereenkomst
(cateringovereenkomst in een ziekenhuis)[7].
Voorwaarde: behoud van de identiteit
Als er sprake is van overgang, is het van essentieel belang dat de
identiteit wordt behouden. Het gaat om het voortzetten of hervatten van
dezelfde of een soortgelijke activiteit (hiermee wordt de situatie van
onderaanneming bedoeld; het is dus niet noodzakelijk vereist dat de activa
worden overgedragen). De overname van een cateringovereenkomst volstaat.
Volgens het Hof van Justitie is alleen sprake van overgang van onderneming
als de overgang ‘in going concern’ plaatsvindt. De identiteit moet worden
behouden en de overnemer moet de activiteit duurzaam voortzetten.
In het arrest Spijkers werd een checklist opgesteld van de
elementen die moeten worden geanalyseerd;
- de aard van de betrokken onderneming of entiteit
(activiteit die hoofdzakelijk steunt op arbeidskrachten of hoofdzakelijk op
kapitaal en de dominerende aard van één van de middelen);
- het al dan niet overdragen van de materiële activa
zoals gebouwen, roerende goederen, voorraad, uitrusting, bussen,
restaurantinstallatie, enz.
- de waarde van de immateriële activa op het tijdstip
van overgang: het merk, het cliënteel, de dienstenovereenkomst, enz.
- de overname van een deel van of het volledige
personeel.
Over de overgang wordt geoordeeld na onderzoek van deze feitelijke elementen
en van het doorslaggevend belang van elk element voor het behoud van de
identiteit.
Er moet worden beoordeeld wat de oorzaak en wat het gevolg is van de
overgang: de oorzaak bepaalt of de identiteit al dan niet is behouden.
Enkele voorbeelden
- Busvervoer vereist veel materiaal en installaties.
Dat element heeft een grotere doorslag dan personeel, arbeidskrachten.
- Een grootkeuken vereist veel materiaal en
installaties. Dat element heeft een grotere doorslag dan personeel,
arbeidskrachten.
- Een snackbar die wordt voortgezet in een nieuwe
installatie, maar met hetzelfde concept. Het behoud van het concept wordt als
een doorslaggevend element beschouwd.
Volgens het Arbeidshof van Luik is niet noodzakelijk een perfecte
identiteit, noch een perfecte identiteit van entiteiten vereist[8]. Het voorzetten van een soortgelijke activiteit
volstaat.
Het Arbeidshof van Brussel[9]
heeft beslist dat er geen sprake is van voortzetting als de activiteit van het
ziekenhuis door de vervreemder werd stopgezet en niet onmiddellijk werd
heropgestart door de vereffenaar of de verkrijger.
Sommige paritaire comités hebben een cao gesloten om de verbintenissen vast
te stellen die de vervreemders en verkrijgers moeten naleven bij een overgang
in dienstensectoren die gevoelig zijn voor overdracht (schoonmaak, horeca,
bewakings- of toezichtdiensten, ...).
[1] Zie HJEU, 19 mei
1992, C-29/91 (arrest Redmond Stichting); Zie arrest van het Arbeidshof van
Luik (Namen) van 8 september 2005, AR nr. 7679-04.
[2] Zie HJEU, 12 november
1992, C-209/91 (arrest Rask en Christensen).
[3] Zie arrest van het
Arbeidshof van Luik (Namen) van 8 september 2005, AR nr. 7679-04.
[4] Zie arrest van het
HJEU van 6 september 2011, C-108/10, Scattolon.
[5] Zie arrest van het
HJEU van 6 maart 2014, C-458/12, Lorenzo Amatore et al.
[6] Zie arrest van het
HJEU van 2 december 1999, C-234/98, Allen.
[7] Zie arrest HJEU van
20 november 2003, Sodexo-Abler.
[8] Zie Arbeidshof van
Luik, 3 juni 2004, AR nr. 31.186/2002.
[9] Zie arrest van het
Arbeidshof van Brussel, 16 februari 2016, AR nr. 2014/AB/56-57.
Derde voorwaarde: een overeenkomst tussen de partijen
Hoewel artikel 6 van de cao nr. 32bis bepaalt dat de cao van toepassing is
op voorwaarde dat er een overgang krachtens overeenkomst plaatsvindt, moet de
toepassing van het begrip contractuele relatie soepel worden
geïnterpreteerd in overeenstemming met de Europese richtlijnen en de
doelstellingen ervan.
Het Arbeidshof van Luik, het Arbeidshof van Antwerpen (afdeling Hasselt) en
de Arbeidsrechtbank van Brussel[1]
volgen het Hof van Justitie in zijn soepele interpretatie van het begrip
‘overgang krachtens overeenkomst’:
- het rechtsmiddel waarmee de verandering van leiding
werd doorgevoerd, heeft geen belang;
- de overgang kan plaatsvinden in het kader van zelfs
onrechtstreekse contractuele relaties;
- de overdracht kan plaatsvinden in het kader van
onrechtstreekse contractuele relaties tussen drie partijen[2]: Er hoeven niet noodzakelijk rechtstreekse
relaties te bestaan tussen de vervreemder en de verkrijger. De overdracht kan
plaatsvinden in twee overeenkomsten die achtereenvolgens door de vervreemder en
de verkrijger worden gesloten met dezelfde natuurlijke of rechtspersoon, zoals
een bouwheer die opeenvolgend een beroep doet op de diensten van twee
dienstverlenende ondernemingen of een verkrijger die achtereenvolgens een
activiteit toewijst aan twee uitbaters. Bijvoorbeeld: 2 vennootschappen die
grootkeukendiensten (bedrijfsrestaurant) verlenen hebben achtereenvolgens een
overeenkomst gesloten met een onderneming C (op wiens vestiging dat
bedrijfsrestaurant wordt uitgebaat). Die onderneming C heeft hen de exploitatie
van zijn bedrijfsrestaurant toevertrouwd. Het Arbeidshof van Brussel besliste
dat de overgang van de activiteit zelf een onrechtstreekse contractuele aard
had[3].
- het ontbreken van een contractuele basis sluit de
toepassing van de cao nr. 32bis niet uit.
Een overgang van onderneming krachtens overeenkomst impliceert een akkoord
waarover vrij wordt onderhandeld tussen de overdragende
werkgever (vervreemder) en de werkgever die de onderneming overneemt
(verkrijger).
Het begrip overdracht krachtens overeenkomst kan dus al naar het geval een
schriftelijke of mondelinge overeenkomst zijn tussen de
vervreemder en de verkrijger over een wijziging van de voor de exploitatie van
de economische eenheid verantwoordelijke persoon, of een stilzwijgende
overeenkomst tussen hen blijkend uit praktische samenwerking op
bepaalde punten, waarin hun beider wens om tot een dergelijke wijziging over te
gaan tot uiting komt[4].
[1] Zie Arbeidshof van
Luik, 6 oktober 1993, JTT, 1993, p. 371, Arbeidshof van Antwerpen, afdeling
Hasselt, 6 september 2006, onuitgegeven, aangehaald door N.Thoelen,
‘Conventionele overgang van ondernemingen’ Brussel, Larcier, 2015, p.74;
Rechtbank van Brussel, 21 oktober 2004, JTT 2005, p.216.
[2] Zie C-172/99, dat
hierboven reeds werd aangehaald, zie arrest van het HJEU van 10 februari 1988,
C-324/86. Zie arrest van het HJEU van 24 januari 2002,
C-51/00.
[3] Zie arrest van het
Arbeidshof van Brussel van 21 oktober 2004, JTT 2005, p. 216.
[4] Zie arrest van het
HJEU van 13 september 2007, C-458/05.
Wat zijn de gevolgen van een overgang van onderneming krachtens overeenkomst?
Een overgang van onderneming krachtens overeenkomst heeft 4
gevolgen:
- Automatische overgang van het personeel
- Behoud van de rechten en verplichtingen van de
werknemers
- Bescherming tegen ontslag
- Beperkte hoofdelijke aansprakelijkheid van de
vervreemder en de verkrijger
We nemen die gevolgen hierna onder de loep.
Gevolgen van de overgang - 1. Automatische overgang van het personeel
Principe van de automatische overgang
Bij een overgang van onderneming krachtens overeenkomst wordt
automatisch al het personeel overgedragen.
De vervreemder en de verkrijger kunnen in dat verband geen selectie
uitvoeren.
Volgens het Hof van Justitie worden de arbeidsovereenkomsten ambtshalve en
van rechtswege overgedragen door het loutere feit van de overdracht van de
vervreemder naar de verkrijger, zelfs als de vervreemder en/of de verkrijger
dat niet willen[1] en de verkrijger
weigert om zijn verplichtingen na te komen[2].
Afsluitingsformaliteiten?
Wegens de automatische overgang van het personeel moeten de bedragen die
verschuldigd zijn bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, zoals het
vertrekvakantiegeld of de pro rata eindejaarspremie, niet
worden betaald aan de overgedragen werknemers.
In de praktijk wordt aan de vervreemder en de verkrijger echter
aangeraden om het vertrekvakantiegeld van de bij de overgang
overgedragen werknemers te betalen, alsook de eindejaarspremie in verhouding
tot hun arbeidsprestaties.
Individuele situatie
De werknemers hebben geen andere keuze dan te berusten in de beslissing
tussen de vervreemder en de verkrijger om de onderneming over te dragen.
De overdracht op zich kunnen de werknemers niet aanvechten. In
de overeenkomst tussen deze 2 partijen kunnen de werknemers immers niet
tussenkomen.
Ze kunnen wel actie nemen voor wat betreft hun individuele
situatie. Zo kunnen ze weigeren om hun arbeidsovereenkomst automatisch
te laten overgaan op de overnemer, en dus in dienst blijven bij de
overdrager.
Volgende situaties kunnen zich voordoen:
- De werknemer doet niks en laat zijn
arbeidsovereenkomst automatisch overgaan naar de verkrijger: de
bescherming van CAO 32bis is van toepassing;
- De werknemer laat de vervreemder weten dat hij zijn
arbeidsovereenkomst niet wenst te laten overgaan naar de overnemer en
geeft zijn ontslag bij de vervreemder: de bescherming van CAO
32 bis is niet van toepassing;
- De werknemer en de vervreemder hebben
een overeenkomst gesloten vóór de overdracht
waarbij ze de keuze van de werknemer regelen[3]: bijvoorbeeld waarbij de werknemer kan kiezen om
niet mee over te gaan en daardoor een recht verwerft op een
uittredingsvergoeding, of waarbij in de arbeidsovereenkomst overeengekomen
wordt dat de werknemer bij overdracht niet mee overgaat indien hij zich
hiertegen verzet[4]. Binnen deze
context is CAO 32bis niet van toepassing;
- De werknemer laat, na de beslissing van de
effectieve overgang op zich, de vervreemder weten dat hij zijn
arbeidsovereenkomst niet wenst te laten overgaan naar de overnemer en
weigert expliciet zijn overgang naar de verkrijger. De
bescherming van CAO 32bis in niet van toepassing. De vervreemder dient de
werknemer bij hem verder te laten werken:
- Doet de vervreemder dit niet, dan voldoet hij niet
langer aan zijn contractuele verplichtingen[5];
- Doet de vervreemder dit niet omdat hij geen werk
meer kan verschaffen doordat hij geen activiteiten meer heeft ten gevolge van
de overdracht, dan zijn er 3 mogelijkheden: 1) de werkgever roept de nietigheid
van de arbeidsovereenkomst in omdat ze geen voorwerp meer heeft 2) hij ontslaat
de werknemer en betaalt hem een verbrekingsvergoeding 3) de werknemer aanvaardt
alsnog om over te gaan naar de overnemer. Enkel in dit laatste geval zal dan de
bescherming van CAO 32bis van toepassing zijn.
- De werknemer weigert om de arbeid uit te
voeren bij de verkrijger: dit betekent dat de werknemer de wil
uitdrukt om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De verkrijger stelt dan best
de werknemer in gebreke en maant hem aan om de arbeid uit te
voeren. De werknemer die desondanks verder weigert kan dan door de verkrijger
ontslagen worden omdat hij een met verbreking gelijkgestelde daad heeft begaan,
hetzij om een dringende reden wegens werkweigering[6], hetzij kan de de verkrijger om een gerechtelijk
ontbinding verzoeken bij de arbeidsrechter.
Het werkelijk voornemen van de werknemer heeft voorrang op het
uitgedrukte voornemen om zijn arbeidsovereenkomst al dan niet over te dragen.
De aanvaarding is een feitenkwestie. Zo besliste het Arbeidshof van
Antwerpen[7] het volgende:
- de weigering om een nieuwe arbeidsovereenkomst te
sluiten wegens het verlies van de verworven anciënniteit die ermee gepaard
gaat, impliceert niet dat de werknemer de overgang zelf weigert;
- het ononderbroken voortzetten van de
arbeidsprestaties in het kader van de activiteiten die ondertussen werden
overgenomen door de verkrijger, betekent dat de werknemer de overgang heeft
aanvaard.
[1] Zie arrest van het
HJEU, 25 juli 1991, C-362/89, D’Urso Jur 1991 I -4105.
[2] Zie arrest van het
HJEU, 14 november 1996, C-305/94, Rotsart de Hertaing, Jur.1996,5937.
[3] Arbh. Brussel 11 juni 2004, Soc. Kron.
2005,p.318
[4] Arbh. Brussel, 11
juni 2004, Soc. Kron.2005,p.318
[5] Arbh. Gent 25 maart
2005, Soc Kron. 2005,323
[6] Opgelet, bij geschil
heeft de rechter hier wel het laatste woord. De rechtbank oordelen dat er geen
zware fout werd begaan door de werknemer.
[7] Zie arrest van het
Arbeidshof van Antwerpen, 4 december 2002, JTT 2004, 463.
Gevolgen van de overgang - 2. Behoud van de rechten en verplichtingen van de werknemers
Aangezien het personeel bij een overgang van onderneming krachtens
overeenkomst automatisch overgaat, eindigen de bestaande
arbeidsovereenkomsten niet door die overgang[1] [2].
In een arrest van 13 september 2010[3] besliste het Hof van Cassatie dat alle op het
tijdstip van de overdracht bestaande arbeidsovereenkomsten met de werknemers
van rechtswege worden overgedragen aan de verkrijger, alleen
op grond van de overdracht en niettegenstaande het feit dat de
vervreemder of de verkrijger het anders wensen. De werknemers worden
geacht hun gebruikelijke taak uit te oefenen in de onderneming van de
verkrijger.
De verworven rechten worden gewaarborgd, niet meer en niet minder. De cao
nr. 32bis doet in het voordeel van de werknemer geen rechten ontstaan die hij
vóór de overgang niet had[4]. De
bedoeling van de cao nr. 32bis is te vermijden dat de bestaande situatie van de
werknemer verslechtert. Er kan geen sprake van zijn dat de werknemer het recht
verkrijgt om op gelijke voet te worden behandeld met zijn nieuwe collega’s die
voordeliger voorwaarden genieten.
Wat met de individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten?
De arbeidsvoorwaarden moeten dus verplicht dezelfde blijven, en dit zowel
vanuit individueel als vanuit collectief standpunt.
Met individuele arbeidsvoorwaarden bedoelt men de
voorwaarden die verband houden met de individuele arbeidsovereenkomst van een
werknemer. De verkrijger moet de rechten van de werknemers in acht nemen zoals
het loon, de eventuele voordelen[5], de verantwoordelijkheden van de werknemer, de
functie[6] en de
arbeidsvoorwaarden[7], de
anciënniteit[8], het statuut van de
werknemer[9], enz…
Omgekeerd hoeven de aanvullende sociale voorzorgsregelingen
(groepsverzekering en pensioenfonds) die niet gebaseerd zijn op een
collectieve arbeidsovereenkomst niet te worden behouden[10].
De te respecteren collectieve arbeidsvoorwaarden kunnen
zijn vastgesteld door:
- collectieve arbeidsovereenkomsten op sectoraal of
ondernemingsniveau;
- bepalingen van het arbeidsreglement van de
overdragende onderneming die worden beschouwd als zijnde opgenomen in de
arbeidsovereenkomst;
- gebruiken die van kracht zijn in de overdragende
onderneming.
Op basis van de wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten moet de
verkrijger de collectieve arbeidsovereenkomsten op sectoraal of
ondernemingsniveau die van toepassing zijn in de overdragende onderneming
naleven totdat ze ophouden uitwerking te hebben[11].
Daarentegen blijven de bepalingen van een cao die automatisch werden
opgenomen in de arbeidsovereenkomsten, uitwerking hebben, zelfs nadat die cao’s
niet langer van kracht zijn. De bepalingen die werden opgenomen in de
arbeidsovereenkomsten kunnen alleen door een akkoord tussen de werkgever en de
werknemer of door een bedrijfs-cao worden gewijzigd of opgeheven. Die
mogelijkheid biedt de verkrijger een manier om de voorwaarden van bepaalde
werknemerscategorieën te harmoniseren.
Wat bij verandering van paritair comité?
Er doet zich echter een probleem voor als de overgang tot een
wijziging van het paritair comité leidt. De rechtspraak lijkt
hierover verdeeld te zijn. Het standpunt dat het vaakst worden ingenomen door
de rechtspraak is het volgende[12]:
Op basis van de bepalingen van de wet betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités[13] is de nieuwe werkgever verplicht de cao die de
vroegere werkgever bond te eerbiedigen totdat deze ophoudt uitwerking te
hebben. Wanneer de verkrijger tot een nieuw paritair comité behoort, zijn de
collectieve overeenkomsten van de sector waartoe de
vervreemder behoort niet langer van toepassing omdat de verkrijger geen deel
(meer) uitmaakt van het paritair comité van de vervreemder. Des te meer daar de
toepassing van een sectorale cao per definitie beperkt is tot de werkgevers en
werknemers die ressorteren onder de bevoegdheid van een specifiek paritair
comité. Hieruit volgt dat de verkrijger de sectorale cao’s van het paritair
comité van de vervreemder niet langer moet naleven[14]. Deze stelling wordt gevolgd door de
rechtspraak, de rechtsleer en de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal
overleg.
Het is bovendien duidelijk dat een onderneming slechts onder één enkel
paritair comité kan ressorteren voor eenzelfde werknemerscategorie.
De situatie is anders voor de collectieve arbeidsovereenkomsten op
ondernemingsniveau: dergelijke cao’s zijn van toepassing op één of
meerdere ondernemingen en niet op een sector. In die context treedt de nieuwe
werkgever in de rechten van de vroegere werkgever. Bijgevolg moet hij de
bepalingen van de bedrijfs-cao naleven tot die cao afloopt of wordt vervangen
door een nieuwe bedrijfs-cao over hetzelfde onderwerp.
Een ander lot geldt ook voor de bepalingen van een collectieve
arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau die in de arbeidsovereenkomst zijn
opgenomen: ze blijven uitwerking hebben tot de partijen een nieuw
akkoord overeenkomen of tot het tijdstip waarop een nieuwe bedrijfs-cao de
betreffende bedrijfs-cao vervangt.
[1] Zie Arbeidshof van
Bergen van 25 november 1993, JTT 1994, p. 257.
[2] Er bestaat bovendien
een vorm van ontslagbescherming bij overgang van onderneming (Zie Gevolgen van de overgang - 3.
Ontslagbescherming).
[3] Zie arrest van het
Hof van Cassatie van 13 september 2010, J.T.T 2010, 438.
[4] Zie Arbeidshof van
Brussel, 9 februari 2007, aangehaald in Nicholas Thoelen, conventionele
overgang van ondernemingen, Brussel, Larcier, 2015, p.115.
[5] A contrario kunnen de
voordelen in geld die vóór de overgang van onderneming waren toegekend, niet
door de vervreemder maar door een derde, geen verplichtingen vormen voor de
verkrijger (Cass. 9 januari 2006, J.T.T. 2006,181).
[6] Zie vonnis van de
Arbeidsrechtbank van Brussel van 12 mei 2005, Soc. Kron. 2006, 387.
[7] De Arbeidsrechtbank
van Luik was in een vonnis van 23 januari 2008, J.L.M.B. 2010, 660, van mening
dat een proefbeding dat na een overname van een onderneming in een overeenkomst
was opgenomen nietig was. Een arrest van het Arbeidshof van Brussel van 24 juni
2008, J.T.T. 2008, 469, besliste dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde
tijd op het tijdstip van de overgang niet mag worden vervangen door een
arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd.
[8] Opgelet, in dat geval
zijn de RSZ en de fiscus bij een anciënniteitspremie die het gevolg is van een
overgang van onderneming krachtens overeenkomst van mening dat de vrijstelling
van die premies niet wordt toegepast als de overgang niet binnen dezelfde groep
plaatsvond.
[9] Zie arrest van het
Arbeidshof van Brussel van 17 november 1992, Soc. Kron. 1995,33.
[10] Zie vonnis van de
Arbeidsrechtbank van Luik van 18 mei 1993, Soc. Kron. 1995, 343, waarin ook
wordt verduidelijkt dat de werknemer bij overgang van onderneming niet kan
verzaken aan zijn anciënniteit die wordt gewaarborgd door de cao nr. 32bis.
[11] Zie arrest van het
HJEU van 9 maart 2006, C-499/04.
[12] Zie arrest van het
Hof van Cassatie van 31 maart 2003, J.T.T 2010, 321.
[13] Wet van 5 december
1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités
(Belgisch Staatsblad van 15/01/1969).
[14] Nicholas Thoelen,
o.c.135.
Gevolgen van de overgang - 3. Bescherming tegen ontslag
Een overgang van onderneming krachtens overeenkomst neemt niet alleen de
rechten en verplichtingen over die voortvloeien uit de op die datum bestaande
arbeidsovereenkomsten, maar mag in geen geval als dusdanig een
reden tot ontslag vormen voor de vervreemder of de
verkrijger[1].
Bij overgang van onderneming geldt immers een dubbele ontslagbescherming:
- De overgang van onderneming krachtens overeenkomst
mag noch voor de vervreemder, noch voor de verkrijger de oorzaak zijn
van een ontslag. Ontslag blijft echter mogelijk
wegens dringende reden of wegens redenen van economische, technische of
organisatorische aard ten gevolge van de overgang en die wijzigingen voor de
werkgelegenheid met zich meebrengen. Maar in dat geval moet de werkgever het
bestaan van die redenen van economische, technische of
organisatorische aard kunnen aantonen en bewijzen dat hij de
werknemer pas heeft ontslagen nadat hij alle mogelijkheden tot
herinschakeling in het arbeidsproces heeft nagegaan, rekening houdende
met de bekwaamheden van de werknemer.
- Wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd
omdat de overgang tot een aanmerkelijke wijziging van de
arbeidsvoorwaarden ten nadele van de werknemer tot gevolg heeft, wordt de
arbeidsovereenkomst geacht te zijn verbroken door toedoen van de
werkgever[2].
De beschermde werknemers zijn de personen die bij de
overgang verbonden zijn door een arbeids- of leerovereenkomst en ook de
personen die, zonder verbonden te zijn door een arbeidsovereenkomst,
arbeidsprestaties verrichten onder het gezag van de vervreemder.
Bovendien mag een ontslag dat in de tijd dicht bij een overgang ligt,
ongeacht of het ervoor of erna plaatsvindt, niet tot gevolg hebben dat de
werknemer de bescherming van de cao nr. 32 bis niet kan inroepen. De
rechter is bevoegd om na te gaan of de werkelijke oorzaak van
de beslissing niet te vinden is in de overgang. Voorzichtigheid is dus
geboden[3]. Opgelet: werknemers van
wie de arbeidsovereenkomst vóór de overgang in de strijd met
het ontslagverbod werd beëindigd, worden geacht in dienst te zijn van de
onderneming op het tijdstip van de overgang, zodat de verplichtingen van de
overdragende werkgever van rechtswege worden overgedragen aan
de verkrijger. De werknemers kunnen de rechten waarover ze ten opzichte van de
vervreemder beschikken dus doen gelden ten aanzien van de verkrijger[4].
Welke sancties?
De cao nr. 32bis legt geen specifieke sancties op als het ontslagverbod niet
wordt nageleefd. De vervreemder of de verkrijger zou veroordeeld kunnen worden
op basis van het begrip kennelijk onredelijk ontslag[5], dat wordt gebruikt voor alle werknemers, zowel
bedienden als arbeiders, zodra ze een arbeidsovereenkomst hebben gesloten.
Bovendien kan de werkgever strafsancties oplopen wegens schending van de
bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst[6], meer bepaald de betaling van een
strafrechtelijke of administratieve geldboete.
[1] Zie arrest van het
Hof van Cassatie van 29 april 2013, Soc. Kron. 2014, 152.
[2] Zie arrest van het
Arbeidshof van Gent van 14 februari 2005, Soc. Kron. 2005, 321 (wijziging van
de plaats van tewerkstelling). Zie ook het arrest van het Arbeidshof van Luik
van 8 september 2005, Soc. Kron. 2006, 324 (schrapping, schorsing of toevoeging
van voorwaarden voor de toekenning van een premie).
[3] In dat verband:
Arbeidshof van Gent van 8 november 2002, J.T.T., 2003, 111 (ontslag van een
personeelsafgevaardigde enkele dagen vóór de overgang, zonder dat een dringende
reden of economische oorzaken werden ingeroepen).
[4] Zie hierna Gevolgen van de overgang – 4. Beperkte hoofdelijke
aansprakelijkheid van de vervreemder en de verkrijger
[5] Collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 109. Raadpleeg ons dossier Beëindiging van de
arbeidsovereenkomst/Motivering van het ontslag.
[6] Art. 56, 1° van de
wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de
paritaire comités.
Gevolgen van de overgang - 4. Beperkte hoofdelijke aansprakelijkheid van de vervreemder en de verkrijger
De vervreemder en de verkrijger zijn in solidum gehouden
tot betaling van de op het tijdstip van de overgang bestaande schulden die uit
de op dat tijdstip bestaande arbeidsovereenkomsten voortvloeien. De
aansprakelijkheid is echter beperkt tot de schulden die voortvloeien uit de
overgang.
Hoofdelijke aansprakelijkheid betekent dat zowel de
vervreemder als de verkrijger individueel kunnen worden
vervolgd voor die schulden. Bovendien bevrijdt de
betaling van de door één van de mede-aansprakelijken verschuldigde bedragen
de andere. In dat geval kan degene die de schuld heeft
aangezuiverd zich tegen zijn mede-aansprakelijke keren om
terugbetaling te verkrijgen.
Wanneer de vervreemder de werknemer na de datum van overgang ontslaat, de
verkrijger hem geen werk verschaft en de werknemer op basis hiervan een met
verbreking gelijkstaande handeling inroept ten aanzien van de vervreemder, moet
worden vastgesteld dat beide vennootschappen een fout hebben gemaakt door de
schijn te behouden of te wekken dat de vervreemder de werkgever bleef. De twee
vennootschappen zijn dus de initiatiefnemer van de verbreking en zijn bijgevolg
in soldium gehouden tot de betaling van de ontslag- en
uitwinningsvergoedingen en van de kosten[1].
A contrario kan van de overdragende werkgever geen verbrekingsvergoeding
worden geëist ten gevolge van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
na een overgang van onderneming[2]. Opgelet: de omgekeerde redenering is niet van
toepassing. Zo moet de arbeidsovereenkomst van de werknemer die kort vóór de
overgang werd ontslagen nog als bestaand worden beschouwd ten
opzichte van de verkrijger, zelfs als hij de ontslagen werknemer na de overgang
van onderneming niet heeft overgenomen. Bijgevolg kan deze werknemer optreden
tegen de verkrijger die verantwoordelijk is voor de verplichtingen van de
vervreemder die uit het ontslag voortvloeien[3].
[1] Zie arrest van het
Arbeidshof van Brussel van 20 november 2002, Soc. Kron. 2005, 312.
[2] Zie arrest van de
Arbeidsrechtbank van Brussel van 8 april 2006, J.T.T. 2007,14.
[3] Zie arrest van het
Arbeidshof van Brussel van 22 april 2008, J.T.T., 2008, 404. Deze beslissing
kan worden beschouwd als zijnde in strijd met een beslissing van het Hof van
Cassatie van 20 oktober 1997 waarin was beslist dat de verplichting tot
betaling van schadevergoeding, gevorderd op grond van het misdrijf
'niet-betaling van het verschuldigd loon', betrekking hebbend op de periode
vóór de overdracht van de onderneming, geen verplichting uitmaakt die
voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst of de arbeidsrelatie die op de overnemer
van de onderneming overgaat.
Voorafgaande informatie- en raadplegingsprocedure
Vóór de overgang moeten de vervreemder en de verkrijger de
werknemersvertegenwoordigers inlichten en raadplegen over de economische,
technische en financiële redenen van de overgang, over de economische,
juridische en sociale gevolgen ervan en over de maatregelen die ze van plan
zijn te nemen.
Deze procedure moet plaatsvinden binnen de ondernemingsraad of, bij
ontstentenis van ondernemingsraad, binnen het comité voor preventie en
bescherming op het werk (CPBW) of, bij ontstentenis, binnen de
vakbondsafvaardiging. Die organen kunnen zich niet verzetten tegen een
beslissing van overgang van onderneming (ze hebben slechts een
adviesbevoegdheid). Als er geen dergelijke organen zijn, wordt aan de
vervreemder aangeraden om zijn personeel in te lichten over de overgang, de
identiteit van de verkrijger, het verloop van de overgang, ...
In ondernemingen zonder ondernemingsraad, CPBW of vakbondsafvaardiging
moeten de werknemers vooraf worden ingelicht (aanplakking of
overhandiging van een individueel geschrift):
- over de vastgestelde of voorgestelde datum voor de
overgang;
- over de reden voor de overgang;
- over de juridische, economische en sociale gevolgen
van de overgang voor de werknemers;
- over de maatregelen die ten aanzien van de
werknemers worden overwogen.
Als de werkgever deze informatie- en raadplegingsprocedure niet naleeft, kan
hij straf- of administratieve sancties oplopen op basis van het Sociaal
Strafwetboek.
Op te merken valt dat de Europese ondernemingsraad moet worden ingelicht en
geraadpleegd als de overgang transnationale aangelegenheden meebrengt.
Securex kan u bijstaan bij de naleving
van de modaliteiten van deze procedure.
Worden de verminderingen van sociale bijdragen behouden?
Geen behoud van de verminderingen van sociale
bijdragen
Wanneer de werkgever zijn activiteit stopzet, worden de
verminderingen van socialezekerheidsbijdragen die hij geniet,
ook stopgezet, zelfs als de onderneming met haar personeel
werd overgedragen naar een nieuwe werkgever (juridische entiteit) die er de
rechten en verplichtingen van overneemt.
De mogelijkheid om de vermindering van werkgeversbijdragen voor de sociale
zekerheid te behouden in bepaalde specifieke gevallen van omvorming van de
juridische structuur van de werkgever, zoals een fusie, een splitsing of een
inbreng van algemeenheid[1], is niet van
toepassing bij een overgang van onderneming zoals
bedoeld in de cao nr. 32bis.
Het Hof van Cassatie oordeelde in dat kader overigens in een arrest van 19
mei 2003 dat het recht op een tijdelijke vermindering van de
werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid, dat de werkgever kan laten gelden
jegens de RSZ uit hoofde van de nieuwe indienstneming van een werknemer
geen recht betreft in de arbeidsrechtelijke verhouding tussen
de werkgever en de werknemer, voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst[2]. Het gaat dus niet over in het kader van
de overgang van onderneming.
Beperkte uitzondering
Er kan zich echter een uitzondering voordoen bij de doelgroepvermindering
voor eerste aanwervingen[3].
[1] Artikel
353ter van de Programmawet van 24 december 2002.
[2] Zie arrest
van het Hof van Cassatie van 19 mei 2003, J.T.T. 2003, 383.
[3] Als een
verkrijgende werkgever ten minste één werknemer meer tewerkstelt dan de
vervreemder, kan het recht op de doelgroepvermindering eerste aanwervingen
eventueel worden
toegekend.
Blijft het huidige tijdskrediet of thematisch verlof behouden?
In principe moet een werknemer die zijn prestaties wenst te schorsen of
verminderen bij de nieuwe werkgever, dit aan hem vragen. Dit verzoek
veronderstelt dat hij opnieuw aan de toegangsvoorwaarden voldoet en de
procedure voldaan is.
Er geldt evenwel een uitzondering wanneer de verandering van werkgever het
gevolg is van een conventionele overdracht van onderneming. In dat geval mag
het tijdskrediet of thematisch verlof dat een aanvang heeft genomen bij
de oorspronkelijke werkgever, verder gezet worden bij de nieuwe
werkgever tot en met de voorziene einddatum.
Opdat de werknemer de schorsing of vermindering van zijn prestaties kan
verder zetten bij de nieuwe werkgever, moet de werkgever een “verklaring van overdracht” invullen en
ondertekenen. Hij moet de contactgegevens van de werknemer, de
voormalige werkgever en zichzelf invullen en bevestigen dat verandering van
werkgever het gevolg is van een conventionele overdracht van de
onderneming.
Een specifieke procedure zal toegepast worden indien de overdracht naar de
nieuwe werkgever meer dan 25 personeelsleden betreft die in tijdskrediet of
thematisch verlof waren bij de oude werkgever. U vindt hierover meer informatie
op de site van de RVA.
Wat gebeurt er met het arbeidsreglement?
De cao nr. 32bis voorziet niet in een procedure voor de contractuele
bepalingen die opgenomen zijn in het arbeidsreglement van de vervreemder.
De rechtspraak is van mening dat de contractuele bepalingen, zoals de
arbeidsduur, deel uitmaken van de rechten en verplichtingen die de verkrijger
moet naleven.
We raden de verkrijger bijgevolg aan om het arbeidsreglement aan te passen
door de bepalingen op te nemen die van toepassing zijn op het personeel van de
vervreemder, alsook de bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van
de verkrijger, en dit via de procedure tot aanpassing van het
arbeidsreglement.
Uiteraard kan het arbeidsreglement nog altijd geharmoniseerd worden op
voorwaarde dat de procedure tot wijziging van het arbeidsreglement wordt
gevolgd.
Wat gebeurt er met de sociale organen?
Continuïteitsbeginsel
De overgang van onderneming krachtens overeenkomst tast de
continuïteit van de vertegenwoordigingsorganen niet
aan. Hierna belichten we de verschillende situaties die mogelijk
zijn.
Opgelet! Bij een overgang van onderneming behouden de
personeelsvertegenwoordigers en/of vakbondsafgevaardigden de ontslagbescherming
die in die gevallen geldt.
Ondernemingsraad
Voor de ondernemingsraad moeten verschillende situaties worden overwogen:
Bij overgang van één of meer ondernemingen:
- ofwel wordt de aard van technische
bedrijfseenheid[1] behouden en
blijven de bestaande ondernemingsraden in functie;
- ofwel zal, als de aard van technische
bedrijfseenheid niet wordt behouden, de ondernemingsraad van de nieuwe
onderneming, bestaande uit alle leden van de ondernemingsraden die eerder
werden verkozen in de betrokken ondernemingen, werken tot de volgende sociale
verkiezingen[2].
Bij overgang van een gedeelte van een onderneming naar een andere
onderneming, die allebei over een ondernemingsraad beschikken:
- ofwel wordt de aard van technische bedrijfseenheid
behouden en blijven de bestaande ondernemingsraden in functie;
- ofwel zal, als de aard van technische
bedrijfseenheid niet wordt behouden, de ondernemingsraad van de nieuwe
onderneming, bestaande uit alle leden van de ondernemingsraden die eerder
werden verkozen in de betrokken ondernemingen, werken tot de volgende sociale
verkiezingen.
Bij overgang van een gedeelte van een onderneming die over een
ondernemingsraad beschikt naar een onderneming die niet over een
ondernemingsraad beschikt:
- ofwel wordt de aard van technische bedrijfseenheid
behouden en blijft de bestaande ondernemingsraad in functie;
- ofwel zal, als de aard van technische
bedrijfseenheid niet wordt behouden, de ondernemingsraad van de onderneming
waarvan een gedeelte werd overgedragen blijven werken met de
personeelsvertegenwoordigers die niet waren tewerkgesteld in het gedeelte van
de onderneming dat werd overgedragen.
Bij splitsing van een technische bedrijfseenheid in meerdere
juridische entiteiten, ongeacht of de aard van technische
bedrijfseenheid wordt behouden of meerdere technische bedrijfseenheden worden
opgericht, blijft de bestaande ondernemingsraad in functie tot
de volgende sociale verkiezingen.
De partijen kunnen in alle gevallen anders overeenkomen.
Comité voor preventie en bescherming op het werk
Voor het comité voor preventie en bescherming op het werk zijn dezelfde
regels van toepassing als voor de ondernemingsraad.
Vakbondsafvaardiging
Voor de vakbondsafvaardiging:
- ofwel behoudt de onderneming haar autonomie na de
overgang en blijven de mandaten van de afgevaardigden behouden tot de volgende
verkiezingen;
- ofwel behoudt de onderneming haar autonomie niet en
wordt een nieuwe vakbondsafvaardiging opgericht binnen de 6 maanden na de
overgang (tijdens die periode behouden de ‘oude’ afgevaardigden hun mandaat om
continuïteit mogelijk te maken).
[1] Dit is een specifiek
begrip dat in het kader van de regelgeving over de sociale verkiezingen wordt
gebruikt. Dit begrip stemt niet noodzakelijk overeen met het begrip juridische
entiteit. Contacteer uw legal advisor voor meer informatie.
[2] De volgende sociale
verkiezingen worden in principe georganiseerd in 2020.
Wordt de gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag in het kader van de WCO-procedure geregeld door de cao nr. 32bis?
De overgang van onderneming in het kader van een gerechtelijke reorganisatie
door overdracht onder gerechtelijk gezag wordt niet geregeld door de cao nr.
32bis maar door de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen[1] en door de cao nr. 102[2].
In principe moet de overnemer de rechten en verplichtingen overnemen die
voortvloeien uit de bestaande arbeidsovereenkomsten op de datum van de
overdracht onder gerechtelijk gezag. Er zijn echter drie uitzonderingen:
- De mogelijkheid om wijzigingen aan te brengen aan
collectief bedongen arbeidsvoorwaarden in het kader van een procedure van
collectieve onderhandelingen op voorwaarde dat ze worden bedongen om de
werkgelegenheid veilig te stellen door het voortbestaan van de onderneming of
van haar activiteiten, of een deel ervan, te verzekeren.
- De mogelijkheid om wijzigingen in de individuele
arbeidsovereenkomst aan te brengen, voor zover die wijzigingen hoofdzakelijk
verband houden met technische, economische of organisatorische redenen.
- De keuze van de (kandidaat-)overnemer van de
werknemers die overgenomen zullen worden. Die keuze moet gemotiveerd kunnen
worden door technische, economische of organisatorische redenen en moet
gebeuren zonder verboden differentiatie.
De schuldenaar en de gerechtsmandataris moeten de overnemer inlichten over
de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst.
De overnemer heeft de mogelijkheid om de overgang te laten homologeren door
de rechtbank van koophandel.
[1] Wet
betreffende de continuïteit van de ondernemingen van 31 januari 2009.
[2] Collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 102 van 5 oktober 2011 betreffende het behoud van de
rechten van de werknemers bij wijziging van werkgever ten gevolge van een
gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag.
Wordt de overname van activa na faillissement geregeld door de cao nr. 32bis?
De cao nr. 32bis is ook van toepassing op de overname van activa na
faillissement op voorwaarde dat de overname plaatsvindt binnen een termijn van
6 maanden vanaf de datum van de faillietverklaring en een overname van de
werknemers omvat.
Dit betreft de werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst en
de werknemers die werden ontslagen in de loop van de maand die voorafgaat aan
het faillissement, op voorwaarde dat ze recht hebben op een
verbrekingsvergoeding en die vergoeding hen op de overnamedatum niet was
uitbetaald.
De werkgever beschikt over een termijn van 6 maanden vanaf de overname van
activa om eventueel de werknemers over te nemen. Hij kan de werknemers die hij
wenst over te nemen, vrij kiezen. Ook is de werknemer vrij om de overname aan
te nemen of te weigeren.
Het behoud van de rechten van de werknemers bij overname is beperkt tot de
inachtneming van de anciënniteit en de collectieve arbeidsvoorwaarden.
Draagt het Sluitingsfonds bij?
Werknemers die worden overgenomen na overname van de activa van een
failliete onderneming
Het Sluitingsfonds[1] betaalt
een bijdrage in de vergoeding van de werknemers die worden ontslagen bij
sluiting van een onderneming en van de werknemers die worden heraangeworven na
de overname van de activa van een failliete onderneming. De werknemers die
verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst en de werknemers die werden
ontslagen in de loop van de maand die voorafgaat aan het faillissement voor
zover ze werden overgenomen, komen in aanmerking voor een
overbruggingsvergoeding. Ze moeten in ruil daarvoor verzaken
aan een verbrekingsvergoeding of aan een sluitingspremie.
Die vergoeding is gelijk aan het brutoloon dat de werknemer genoot op het
ogenblik van de onderbreking van de activiteit, begrensd tot een bij koninklijk
besluit vastgesteld bedrag. Ze kan worden uitbetaald vanaf de onderbreking van
de activiteit tot de aanwerving van de werknemer door een nieuwe werkgever met
een maximumduur van 12 maanden of van 13 maanden als de werknemer een maand
vóór de sluiting werd ontslagen.
De werknemer moet een aanvraag tot toekenning van de overbruggingsvergoeding
indienen bij het Fonds.
Het Sluitingsfonds is verbonden met de RVA. De formulieren kunnen worden
verkregen op de website van de
RVA, of u kunt zich rechtstreeks richten tot het Fonds, Keizerslaan 7 te
1000 Brussel of via telefoon op het nr. 02/513.77.56.
Bijdrage van het Fonds in het kader van een overdracht onder gerechtelijk
gezag
Het Fonds kan een bijdrage betalen bij overdracht van onderneming onder
gerechtelijk gezag als de hoofdactiviteit van de onderneming na de
WCE-procedure definitief werd overgedragen.
De werknemers moeten hun aanvraag indienen bij het passief van het
faillissement of van de vereffening.
Het Fonds zal een bijdrage betalen voor de werknemers die na de overdracht
niet worden overgenomen, alsof het om een bedrijfssluiting zou gaan.
Voor de werknemers die niet worden overgenomen hangt de situatie af van het
tijdstip waarop de vergoeding eisbaar is.
- Voor schulden die voorafgaan aan de opening van de
procedure:
- Er was kennisgeving aan de verkrijger: geen
bijdrage van het Fonds
- Er was geen kennisgeving aan de verkrijger:
bijdrage van het Fonds
- Voor schulden die dateren uit de periode tussen de
opening van de procedure en de overgang: bijdrage van het Fonds
- Voor schulden die dateren uit de periode na de
overgang: geen bijdrage van het Fonds
Het Fonds kent geen overbruggingsvergoeding toe aan de werknemers die worden
geconfronteerd met een overdracht onder gerechtelijk gezag.
[1] Wet van 12 april
1985, Belgisch Staatsblad van 19 juni 1985.
Wat zijn de belangrijkste wettelijke referenties?
- Cao nr. 32bis van 7 juni 1985, gewijzigd door de cao nr. 32quinquies van 23
maart 2002
- Koninklijk besluit van 14 maart 2002, Belgisch Staatsblad van 29 maart
2002, 2e editie
- Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen van 31 januari
2009
- Cao nr. 102 van 5 oktober 2011