Fiscaal
De fiscale "ruling" geïllustreerd
Lees eerst even dit…
Sinds eind 2002 beschikt België over een bijzondere wetgeving die de fiscus
toelaat voorafgaande beslissingen te nemen over de praktische
toepassing van de belastingwetten[1]. Hierdoor creëert de belastingsadministratie
meer rechtszekerheid over complexe of technische geplande verrichtingen en is
er een betere communicatie tussen de administratie en de
belastingplichtigen.
Ook al wordt er officieel gesproken over een voorafgaande beslissing, in de
volksmond wordt eerder de term “ruling” gebruikt.
Tot slot merken we op dat voor wat de forfaitaire onkostenvergoedingen
(kosten eigen aan de werkgever) betreft, sinds 1 mei 2016 enkel en alleen de
federale rulingdienst bevoegd is. Fiscale akkoorden met de lokale
belastingcontroleur behoren vanaf dat ogenblik dan ook tot het verleden.
[1] Artikel 26 en
volgende van de Programmawet van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 31
december 2002, 2de editie.
Wat is een fiscale ruling?
De ruling, officieel “voorafgaande beslissing in fiscale zaken”, is de
juridische handeling waarbij de Dienst
Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken van de Federale
Overheidsdienst Financiën
(afgekort DVB) vaststelt hoe de wet toegepast
moet worden op een bijzondere situatie of verrichting die op fiscaal vlak
nog geen uitwerking heeft gehad.
De fiscus garandeert de aanvrager dus meer
rechtszekerheid over een toekomstige (maar al nauwkeurig geplande)
verrichting.
Wie kan een ruling aanvragen?
Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon kan een aanvraag tot een
voorafgaande beslissing indienen. Het heeft hierbij geen belang of deze persoon
in België gevestigd is of niet. De aanvraag kan bovendien zowel over
beroepszaken als over privé-aangelegenheden gaan.
Wat kan worden aangevraagd?
In het algemeen kunnen alle materies betreffende de toepassing van de
belastingwet (in ruime zin) het voorwerp uitmaken van een voorafgaande
beslissing.
Meer concreet kan een aanvraag tot voorafgaande beslissing worden ingediend
voor de materies inzake de vestiging en invordering van de belastingen die
onder de bevoegdheid vallen van de Federale Overheidsdienst Financiën, dit wil
zeggen:
- Directe belastingen
- Personenbelasting
- Vennootschapsbelasting
- Rechtspersonenbelasting
- Belasting der niet-inwoners
- Bedrijfsvoorheffing
- Roerende voorheffing
- Onroerende voorheffing
- Verkeersbelasting
- Belasting op de inverkeerstelling
- Eurovignet
- Taks op de automatische ontspanningstoestellen
- Taks op de spelen en weddenschappen
- BTW
- Registratie- en succesierechten
- Douane en accijnzen
Welke aanvragen zijn uitgesloten?
Zullen onder andere worden verworpen (meer bepaald onontvankelijk worden
verklaard)[1]:
- aanvragen betreffende de berekening, de betaling en
de inning van belastingen zullen worden geweigerd, wanneer zij betrekking op
reeds uitgevoerde verrichtingen;
- aanvragen waarvoor een ruling niet aangewezen is of
zonder uitwerking is wegens de aard van de wettelijke bepalingen waarvan de
belastingplichtige de toepassing vraagt;
- aanvragen die betrekking hebben op, enerzijds,
situaties of verrichtingen die op fiscaal vlak reeds gevolgen hebben en,
anderzijds, verrichtingen in verband waarmee het fiscaal of gerechtelijk beroep
in onderzoek is.
Voor de inkomstenbelastingen in het bijzonder kan geen ruling worden gegeven
wanneer:
- de beschreven verrichting of situatie geheel of ten
dele betrekking heeft op een vluchtland dat niet samenwerkt met de OESO;
- de beschreven verrichting of situatie geen
economische grond heeft in België.
[1] Voor de volledige
opgave van de redenen van onontvankelijkheid, zie het koninklijk besluit van 17
januari 2003, Belgisch Staatsblad van 31 januari 2003.
Welke formaliteiten moeten worden vervuld?
De aanvraag moet schriftelijk gebeuren en worden gericht tot de FOD
Financiën, Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken[1]. Ook al wordt geen officieel formulier
vereist[2], toch moet een
behoorlijke (gemotiveerde) aanvraag ten minste de volgende gegevens
bevatten:
- de volledige identiteit van de
aanvrager en, in voorkomend geval, die van de bij de geplande verrichting
betrokken derden;
- de beschrijving van de
activiteiten van de aanvrager;
- een volledige en zo nauwkeurig mogelijke
beschrijving van de bijzondere situatie of verrichting die
wordt gepland;
- een motivering van de aanvraag,
waarbij verwezen wordt naar de wettelijke of reglementaire bepalingen waarop de
beslissing moet slaan (+ alle andere informatie die het dossier kan aanvullen,
zoals rechtspraak, rechtsleer, circulaires,…).
De Dienst Voorafgaande Beslissingen standardiseert de rulingaanvragen meer
en meer. U kan deze documenten raadplegen via volgende website: http://www.ruling.be/nl onder de rubriek
« ontwerpaanvragen ».
[1] Sinds 1 december 2008
is de Dienst Voorafgaande Beslissingen verhuisd naar Wetstraat 24 te 1000
Brussel. De andere gegevens blijven ongewijzigd (zie www.ruling.be).
[2] Ook al is geen
officieel formulier vereist, toch stelt de rulingcommissie enkele
“ontwerpaanvragen” (in functie van het onderwerp) ter beschikking op haar
website (www.ruling.be).
Wat is de antwoordtermijn?
De wet bepaalt een termijn van drie maanden voor het nemen van een
beslissing. Die termijn is evenwel niet bindend en geldt dus alleen als
indicatie. In de meeste gevallen komen de partijen overeen over de
antwoordtermijn.
Wie is door de ruling gebonden?
Zodra de voorafgaande beslissing is genomen, bindt ze juridisch alleen de
fiscus (alle diensten van de FOD Financiën). De fiscale administratie moet de
fiscale wet toepassen op de wijze die in de beslissing is aangegeven, uiteraard
mits de geplande verrichting wordt afgewikkeld onder de in de aanvraag
beschreven omstandigheden. Dit heeft tot gevolg dat geen enkele andere persoon
of instantie, bijvoorbeeld de RSZ, door de ruling gebonden is[1].
De ruling heeft bovendien slechts een individuele draagwijdte. Dit houdt in
dat de beslissing slechts betrekking heeft op de in de aanvraag beschreven
verrichting of situatie.
[1] Artikel 111 van de
wet van 20 juli 2005, Belgisch Staatsblad van 29 juli 2005, 3de editie.
Hoe worden de voorafgaande beslissingen bekend gemaakt?
Op basis van een recente wet van 16 maart 2021 moet elke
ruling voortaan individueel gepubliceerd worden.
De enige uitzondering op dit principe is dat
identieke beslissingen in de vorm van collectieve
samenvattingen gepubliceerd mogen worden. Door een wettelijk kader te
scheppen, wil de wetgever niet alleen de rulingpraktijk stimuleren, maar vooral
ook de rechtszekerheid
garanderen.
Voorheen moesten de voorafgaande beslissingen immers anoniem gepubliceerd[1]
worden, in de vorm van individuele of collectieve samenvattingen.
span>In de praktijk werd dit principe echter niet altijd nageleefd.
Hierdoor waren de andere
belastingplichtigen en administratieve diensten niet op de
hoogte van genomen beslissingen en konden zij zich er niet op beroepen.
Bovendien draagt de afwezigheid van een wetgevend kader en gedragslijn bij
tot een gevoel van
willekeur.
De wet van 16 maart 2021 wil de rulingpraktijk daarom zorgvuldiger omkaderen
en de Dienst Voorafgaande Beslissingen transparanter doen werken.
[1] Artikel 22 van de
wet van 24 december 2002 en artikel 5 van het koninklijk besluit van 30 januari
2003, Belgisch Staatsblad van 12 februari 2003. De publicatie mag via de
fiscale databank gebeuren (www.fisconet.fgov.be of www.ruling.be).
Hoe lang geldt de beslissing eenmaal ze is genomen?
Behoudens in de gevallen waarin het voorwerp van de aanvraag zulks
rechtvaardigt, wordt de beslissing getroffen voor een termijn van maximum
vijf jaar[1].
[1] Het door de FOD
Financiën gegeven voorbeeld betreft de afschrijvingsannuïteiten van een
onroerend goed die zich meestal over meer dan vijf jaar
uitstrekken.
Kan een ruling worden geannuleerd of vervallen?
De ruling is nietig (wordt geacht nooit te hebben bestaan) in
volgende gevallen:
- indien de voorwaarden niet vervuld zijn, indien de verrichting onvolledig
of onjuist werd omschreven of indien essentiële elementen van de verrichting
niet werden verwezenlijkt op de door de aanvrager omschreven wijze;
- indien blijkt dat de ruling niet in overeenstemming is met de toepasselijke
nationale en internationale teksten. Zulks geldt wanneer de administratieve
interpretatie constant door de hoven en rechtbanken wordt veroordeeld.
De ruling vervalt (heeft geen uitwerking meer voor de toekomst)
wanneer de nationale of internationale teksten waarop de ruling betrekking
heeft, worden gewijzigd. Het verval gaat in vanaf de inwerkingtreding van de
gewijzigde teksten.
Blijft de “informele” ruling mogelijk?
Neen.
Tot voor kort was het een gangbare praktijk voor ondernemingen om een
fiscaal akkoord te sluiten met de lokale belastingcontroleur voor wat het
forfaitair bedrag van hun kostenvergoedingen betrof.
Daar kwam sinds 1 mei 2016 verandering in. Vanaf dat ogenblik is enkel nog
de centrale rulingdienst (DVB) bevoegd voor deze materie[1].
Dit betekent concreet dat:
- bestaande akkoorden met de lokale
belastingadministratie blijven gelden tot en met de datum die erin vermeld
staat;
- de verlenging van bestaande akkoorden met de lokale
belastingcontroleur niet meer via deze laatste kunnen verlopen, maar
daarentegen moeten ingediend worden bij de federale rulingcommissie;
- nieuwe aanvragen uiteraard via de federale
rulingcommissie moeten gebeuren
[1] Deze wijziging kadert
onder meer in het streven naar uniformiteit binnen de
kostenvergoedingen op sociaal en fiscaal vlak. In die context wordt een tendens
waargenomen dat de rulingcommissie de laatste tijd meer en meer de door de RSZ
gehanteerde forfaits zou hanteren, waardoor de forfaitaire beroepskosten naar
beneden worden bijgesteld (daar waar de fiscus in het verleden doorgaans
soepeler tewerk ging dan de RSZ).
Wat is prefiling (meeting)?
Naast en vaak voorafgaand aan de officiële aanvraag van een voorafgaande
beslissing, organiseert de DVA een vereenvoudigde procedure die prefiling
meeting wordt genoemd.
De leden van de DVA luisteren tijdens deze
vergaderingen naar de uitleg van de kandidaten over een geplande fiscale
verrichting. Na de meeting geven de medewerkers van de DVA dan een advies of
een aanbeveling.
Welk voordeel biedt de prefiling ?
Het belangrijkste positieve aspect van deze "procedure" is dat de kandidaat,
zeker bij complexe vragen, een zeer duidelijke indicatie krijgt van wat de
beslissing van de DVA zou zijn als hij de rulingaanvraag officieel indient.
Soms zal de prefiling zelfs aangeven op welke
manier het dossier vervolledigd moet worden om een officiële aanvraag te kunnen
indien.
De prefiling dient aldus een dubbel
doel:
- vermijden dat een tot mislukken gedoemde aanvraag
officieel ingediend wordt;
- zorgen dat, in geval van een gunstig advies, het
dossier op een correcte manier samengesteld en ingediend wordt.
De prefiling meeting, die een minder formeel karakter heeft dan de officiële
procedure, kan zelfs op anonieme wijze gebeuren aangezien ze minder formeel is
dan de officiële procedure.
Is de prefiling meeting verplicht?
Nee, het is niet verplicht om eerste deze
procedure te gebruiken alvorens een officiële aanvraag van voorafgaande
beslissing te kunnen indienen.
Hoe een prefilingaanvraag indienen?
Hoewel de prefilingaanvraag een informeel
karakter heeft, moet de aanvraag, om van nut te kunnen zijn, even gedetailleerd
en gedocumenteerd zijn.
De prefilingaanvraag wordt in principe op dezelfde manier als een officiële
aanvraag ingediend hetzij per brief, hetzij per e-mail (dvbsda@minfin.fed.be).
De aanvrager moet erop toezien dat zowel bij de aanvraag zelf als in elke
latere fase van het dossier duidelijk wordt aangegeven dat het over een
prefiling gaat.
Wat zijn de belangrijkste wettelijke bepalingen?