Loon
Loon > 1. Bescherming van het loon
Lees eerst even dit...
Over het loon dat een werknemer in ruil voor zijn arbeidsprestaties
ontvangt, valt heel wat te vertellen. Om het geheel overzichtelijk te houden,
hebben we de fiche over het loon dan ook opgesplitst in 5 delen:
- Bescherming van het loon
- Het bedrag van het loon
- Loonbeslag en loonoverdracht
- Gelijk loon voor mannen en vrouwen
- Stelsels van loonaansprakelijkheid
In deze eerste fiche zullen we het voornamelijk hebben over de regels die
opgenomen zijn in de loonbeschermingswet van 12 april 1965, en meer bepaald
over wat er onder "loon" verstaan moet worden, de wijze en het tijdstip waarop
het loon betaald moet worden, welke inhoudingen erop verricht mogen worden,…
Voor meer informatie over de andere onderwerpen inzake loon verwijzen we u
naar de desbetreffende fiches.
Op wie is deze reglementering van toepassing?
Algemeen gesteld verbiedt de wet betreffende de bescherming van het loon der
werknemers (hierna loonbeschermingswet) de werkgever om de vrijheid van de
werknemer om over zijn loon te beschikken op gelijk welke manier te beperken.
p>
Deze wet is van toepassing op:
- werknemers;
- leerlingen;
- personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, tegen loon
arbeidsprestaties verrichten onder het gezag van een ander persoon;
- personen die geheel of gedeeltelijk beloond worden met fooien of
bedieningsgeld. Zij worden, behoudens tegenbewijs, immers geacht werknemers te
zijn.
Deze wet is echter niet van toepassing op werknemers die zijn aangeworven in
het kader van een PWA[1]-overeenkomst,
noch op de personen die prestaties van verenigingswerk of occasionele diensten
tussen burgers verrichten .
[1] Plaatselijke
werkgelegenheidsagentschappen.
Wat verstaat men onder loon?
Begrip loon[1]
Onder "loon" verstaat men:
- het loon in geld waarop de werknemer ingevolge zijn
dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever;
- de fooien of het bedieningsgeld waarop de werknemer recht
heeft ingevolge zijn dienstbetrekking of krachtens het gebruik. Deze worden
afzonderlijk vermeld voor zover ze niet betaald worden door de werkgever;
- de in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer
ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever.
Concreet omvat het begrip "loon", naast het eigenlijke loon, dat de directe
tegenprestatie is van de gepresteerde arbeid, onder meer:
- de fooien of het bedieningsgeld;
- de commissielonen;
- het overloon voor overuren;
- de premies voor nachtarbeid;
- het loon dat verschuldigd is voor tewerkstelling op een zondag of een
feestdag;
- de bedragen die gestort worden als terugbetaling van kosten die de
werknemer voor rekening van de werkgever heeft gemaakt en voor zover de
werknemer er recht op heeft voor rekening van zijn werkgever (schriftelijke of
mondelinge overeenkomst, gebruik,…)[2];
- de eindejaarspremie;
- de deelneming in de winst van de onderneming;
- het gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid of arbeidsongeval;
- het loon met betrekking tot het klein verlet;
- het loon betaald aan de beschermde werknemer die ontslagen werd en nadien
terug opgenomen wordt in de onderneming;
- de in geld waardeerbare voordelen wanneer privégebruik is toegestaan
(bedrijfswagen, gsm, …);
- de zelfs gedeeltelijke tenlasteneming door de werkgever van de
bedrijfsvoorheffing ten laste van de werknemer;
- de tegemoetkoming van de werkgever in de vervoerskosten met uitzondering
van de terugbetaling van het sociaal abonnement (barema's vastgesteld door de
NMBS). De tegemoetkoming van de werkgever in het sociaal abonnement wordt
immers beschouwd als een tegemoetkoming in het verlies dat de NMBS lijdt door
de uitgifte van abonnementen voor arbeiders en bedienden. Als loon wordt echter
wel beschouwd: de terugbetaling door de werkgever van het traject dat met de
wagen of met een andere openbaar vervoermiddel dan de trein wordt afgelegd of
de terugbetaling van het sociaal abonnement boven het minimumbedrag;
- de vergoedingen die verschuldigd zijn bij beëindiging van de
arbeidsovereenkomst (compenserende opzegvergoeding, vergoeding bij beëindiging
van de overeenkomst in onderling overleg, beschermingsvergoeding, vergoeding
wegens willekeurig ontslag, vergoeding bij toepassing van het
concurrentiebeding, uitwinningsvergoeding, de door de werkgever en niet door
het Fonds betaalde sluitingsvergoeding).
Uitgesloten van het begrip loon
Van het begrip loon zijn uitdrukkelijk uitgesloten:
- het (wettelijk of extralegaal) vakantiegeld;
- de vergoedingen die moeten worden beschouwd als een aanvulling van de
vergoedingen verschuldigd ten gevolge van een arbeidsongeval of een
beroepsziekte;
- de vergoedingen die moeten worden beschouwd als een aanvulling van de
voordelen toegekend voor de verschillende takken van de sociale zekerheid
(bijvoorbeeld bedrijfstoeslag[3],
pensioenaanvulling toegekend door de werkgever, extralegale kinderbijslag,
vergoeding betaald door de werkgever bij arbeidsongeschiktheid, …);
- de uitkeringen in speciën of in aandelen, of deelbewijzen aan de
werknemers, overeenkomstig de toepassing van de wet van 22 mei 2001 betreffende
de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de
vennootschappen.
Voordelen die geen tegenprestatie zijn voor het werk en waarvoor geen recht
bestaat voor de werknemer worden evenmin als loon beschouwd. Het gaat meer
bepaald om liberaliteiten die omwille van persoonlijke omstandigheden of
redenen toegekend worden.
Ook voordelen in speciën of in natura met het oog op de vervulling van
wettelijke verplichtingen ten laste van de werkgever mogen niet als loon
beschouwd worden (werkkledij, enz. ).
Opgelet: De aanvullende vergoedingen die rechtstreeks of
onrechtstreeks door de werkgever worden betaald als aanvulling op sommige
socialezekerheidsuitkeringen (met name in het kader van het de stelsel van
werkloosheid met aanvullende vergoedingen voor oudere werknemers[4] of van het tijdskrediet) worden onder
bepaalde voorwaarden wel als loon beschouwd.
Verschillen met het begrip loon inzake sociale zekerheid
Het begrip loon in de zin van de loonbeschermingswet mag niet worden verward
met het begrip loon dat gebruikt wordt voor de sociale zekerheid. Hoewel de wet
van 27 juni 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders voor
het begrip loon verwijst naar de loonbeschermingswet, maakt hij er enkele
belangrijke uitzonderingen op. Zo wordt het dubbel vakantiegeld wel als loon
beschouwd voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen, terwijl andere
voordelen ervan zijn uitgesloten (terugbetaling van kosten eigen aan de
werkgever, maaltijdcheques, PC-privéplan, cadeaucheques, bepaalde
beschermingsvergoedingen,…).
[1] Het
betreft het loon in de zin van de loonbeschermingswet van 12 april
1965.
[2]
Arrest van het Hof van Cassatie van 17 mei 1993.
[3]
Vroeger aanvullende brugpensioenvergoeding genoemd.
[4]
Vroeger brugpensioen canada dry genoemd.
Hoe wordt het loon vastgesteld?
Vast of variabel loon?
Het loon kan vast (uurloon, weekloon of maandloon) of variabel zijn (bv.
commissieloon) of zowel uit een vast als een variabel bedrag bestaan. Zo
ontvangt een handelsvertegenwoordiger bijvoorbeeld vaak een gewaarborgd vast
loon en wordt hij voor het overige met commissielonen betaald.
Uurloon, maandloon,… ?
De partijen stellen in principe vrij het bedrag van het loon vast. Het loon
kan per maand, per week, per dag, per uur of per stuk worden vastgesteld. Over
het algemeen is het loon van een arbeider een uurloon en dat van een bediende
een maandloon.
Ongeacht of het loon vast en/of variabel is of per uur of per maand wordt
betaald, moet de werkgever de minimumlonen in acht nemen die zijn vastgesteld
bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op het niveau van het paritair
comité of van de onderneming[1]. Is er
geen collectieve arbeidsovereenkomst, dan moet hij het gewaarborgd gemiddeld
minimummaandinkomen in acht nemen.
Gelijk loon voor mannen en vrouwen?
Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen we u naar de fiche “Loon –
4. Gelijk loon voor mannen en vrouwen”.
Bedrag van het loon
Voor meer informatie over het bedrag van het loon, raadpleeg onze fiche
"Loon – 2. Het bedrag van het loon".
[1]
Indien er loonschalen bestaan op het niveau van de sector, moeten de
loonschalen van de onderneming in overeenstemming zijn met de sectorale
loonschalen.
Loon in geld ?
Activiteit in België
Het loon in geld moet betaald worden in de munt die wettelijk gangbaar is in
België.
Activiteit in het buitenland
Wanneer de activiteit in het buitenland wordt uitgeoefend, moet het loon in
geld betaald worden:
- hetzij volledig of gedeeltelijk in de munt die wettelijk gangbaar is in
België;
- hetzij in de munt die wettelijk gangbaar is in het land waar de werknemer
zijn activiteit uitoefent.
De keuze ligt bij de werknemer.
Sanctie
Het loon dat in strijd met deze regels betaald is, wordt als niet betaald
beschouwd[1].
[1] Artikel 47bis
van de wet van 12 april 1965.
Loon in natura
Een deel van het loon kan in natura betaald worden. We moeten hierbij een
onderscheid maken tussen de door de loonbeschermingswet toegestane voordelen in
natura en de andere voordelen in natura.
Ongeacht tot welke categorie het voordeel in natura behoort, moet
- de werknemer uiterlijk op het moment van zijn aanwerving op de
hoogte gesteld worden welk gedeelte van zijn loon in natura betaald
wordt[1];
- het voordeel in natura schriftelijk vastgesteld zijn.
Door de loonbeschermingswet toegestane voordelen in natura
Als loon in natura mogen uitsluitend worden toegekend:
- huisvesting (forfaitaire raming) [2];
- gas, elektriciteit, verwarming en brandstoffen (gewaardeerd tegen
kostprijs);
- het genot van een grond;
- voedsel gebruikt op de plaats waar de arbeid wordt verricht (forfaitaire
raming);
- gereedschap en dienst- of werkkledij, evenals hun onderhoud, voor zover
geen enkele wettelijke of reglementaire bepaling het verstrekken of het
onderhoud ervan oplegt aan de werkgever (gewaardeerd tegen kostprijs)[3];
- het voor de arbeid nodige materieel of materiaal dat ten laste van de
werknemer is overeenkomstig zijn dienstbetrekking of het gebruik (gewaardeerd
tegen kostprijs).
Het loon in natura mag niet bestaan uit sterke drank of voor de gezondheid
van de werknemer en zijn gezin schadelijke producten.
Aanrekening op het minimumloon
Deze voordelen in natura worden meegeteld om na te gaan of de werknemer
minstens het verschuldigde minimumloon ontvangt. De waarde ervan mag van het
nettoloon van de werknemer afgetrokken worden.
Opgelet echter, wanneer de voorwaarden voor toekenning van een loon in
natura (schriftelijke vaststelling bij de aanwerving) niet werden nageleefd,
mag dit loon in natura niet aanmerking genomen om na te gaan of de werknemer
wel minstens het verschuldigde minimumloon ontvangt.
Bovendien wordt het loon dat in strijd met deze regels betaald is, als niet
betaald beschouwd[4].
Andere voordelen in natura
Alle andere voordelen in natura die niet zijn opgenomen in bovenstaande
beperkende opsomming vormen een aanvulling op het normale loon. Het gaat hier
bijvoorbeeld om:
- een bedrijfswagen;
- een gsm;
- een laptop,
voor zover deze voordelen ook voor privédoeleinden gebruikt mogen worden.
Indien ze louter voor professionele doeleinden gebruikt mogen worden, gaat het
immers om werkinstrumenten.
Aanrekening op het minimumloon
Deze voordelen in natura mogen niet in aanmerking genomen worden om te
bepalen of het loon in overeenstemming is met de minimumloonschalen.
De sectorbarema's stellen immers vast hoeveel de werknemer minimum
per uur of per maand moet verdienen. Ze leggen dus een uurloon of een
maandloon vast en zorgen er op die manier voor dat de werknemer op het
einde van elke maand minimum een bepaald bedrag in handen heeft.
Voordelen in natura mogen hier dan ook niet
op aangerekend worden en komen dus bovenop het minimumloon.
Aanrekening op het GGMMI
De CAO van de Nationale Arbeidsraad die het gemiddeld minimum maandinkomen
vastlegt, bepaalt uitdrukkelijk dat dit GGMMI betrekking heeft op alle
elementen van het loon die verband houden met de normale
arbeidsprestaties en waarop de werknemer recht heeft ten laste van zijn
werkgever, maar dat de sectoren hiervan mogen afwijken indien zij het GGMMI een
andere inhoud willen geven.
Volgens de nationale CAO komen dus zowel het loon in geld als het
loon in natura, het vast en veranderlijk loon en ook de premies en
voordelen waarop de werknemer recht heeft ten laste van de werkgever in
aanmerking, voor zover deze vergoedingen gelinkt zijn aan de normale
arbeidsprestaties van de werknemer[5].
Aangezien het gaat om een "gemiddeld" maandinkomen, moet de
werknemer niet iedere maand aan het exacte bedrag komen, maar wordt op
jaarbasis gekeken of het GGMMI werd nageleefd.
Opgelet! Ga evenwel steeds na of er in uw sector geen
andere definitie van het gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen wordt gegeven.
Beperking van het loon in natura
Het loon in natura mag niet meer bedragen dan:
- 50% van het totale brutoloon, wanneer het gaat om huispersoneel,
huisbewaarders, leerlingen of stagiairs, die kost en inwoon bij de werkgever
genieten;
- 40% van het totale brutoloon, wanneer de werkgever een huis of een
appartement ter beschikking stelt van de werknemer;
- 20% van het totale brutoloon in alle andere gevallen.
Het loon dat in strijd met deze regels betaald is, als niet betaald
beschouwd[6].
[1]
Indien in de loop van de arbeidsovereenkomst nieuwe voordelen in natura worden
toegekend, moet telkens een bijlage bij de arbeidsovereenkomst gemaakt
worden.
[2] De
huisvesting mag enkel forfaitair geraamd worden indien het om één enkele
woonkamer gaat. In dat geval worden gas, elektriciteit en verwarming geacht in
dit forfait inbegrepen te zijn. Gaat het evenwel om een huis of een appartement
dan moet dit gewaardeerd worden tegen de reële waarde.
[3] Een
koninklijk besluit van 6 juli 2004 heeft aan de werkgever de verplichting
opgelegd om de werkkledij gratis ter beschikking te stellen van zijn
werknemers. Het besluit definieert wat onder werkkledij begrepen moet worden en
in welke gevallen de werknemers deze moeten dragen. De werkkledij die aan de
voorwaarden uit dit besluit beantwoordt, zal dus niet als een voordeel in
natura beschouwd worden.
[4]
Artikel 47bis van de wet van 12 april 1965.
[5] Het
overloon, de verbrekingsvergoeding en de kostenvergoedingen mogen dus niet
meegerekend worden, aangezien ze niet gelinkt zijn aan de normale
arbeidsprestaties.
[6] Nieuw
artikel 47bis van de wet van 12 april 1965.
Wat zijn de betalingsmodaliteiten?
Principe: betaling van het loon in giraal geld
Sinds 1 oktober 2016 bepaalt de loonbeschermingswet dat het loon in
giraal geld betaald moet worden. Betalingen van hand tot hand mogen
enkel nog gebeuren indien hierover een sectorale cao bestaat, indien een in de
sector bestaand impliciet akkoord of gebruik officieel werd vastgesteld of in
geval van loonbeslag of -overdracht (zie verder).
Bijzondere situaties
Als de werknemer een illegaal verblijvende onderdaan van een derde
land[1] is en zijn postadres en
gegevens betreffende zijn bank- of postchequerekening zijn onbekend voor de
werkgever, maakt de werkgever, door middel van een overschrijving, het loon dat
hij nog niet heeft betaald over op de postchequerekening van de Deposito- en
Consignatiekas[2].
Wanneer op het loon van de werknemer of op zijn bankrekening[3] een loonbeslag of
-overdracht geldt, gebeurt de betaling van het deel van het loon dat
niet vatbaar is voor overdracht of beslag op verzoek van de werknemer van hand
tot hand, door middel van een postassignatie of een circulaire cheque[4].
Betalingsmodaliteiten
De betaling in giraal geld gebeurt uitsluitend door middel van een
postassignatie, een circulaire cheque of een overschrijving op een bank- of
postchequerekening[5]. De werknemer heeft
het recht te bepalen welke vorm van giraal geld hij verkiest.
Het loon wordt geacht betaald te zijn aan de werknemer:
- op de 3de werkdag die volgt op de datum vermeld op de assignatie;
- op de dag dat de bank- of postchequerekening van de werknemer gecrediteerd
wordt;
- op de 3de werkdag die volgt op de datum vermeld op de circulaire cheque,
wanneer deze cheque per post naar de werknemer verzonden wordt;
- op de 1ste werkdag volgend op de datum waarop de circulaire cheque aan de
werknemer overhandigd werd;
- de dag waarop de postchequerekening van de Deposito- en Consignatiekas
gecrediteerd is, wanneer het een betaling betreft ten aanzien van een in België
illegaal tewerkgestelde onderdaan van een derde
land[6].
Uitzondering: betaling van hand tot hand
Behoudens het geval waarbij een werknemer in geval van loonbeslag of
-overdracht verzoekt om zijn loon van hand tot hand te betalen, zijn
betalingen in cash enkel nog mogelijk in die sectoren:
- waar hierover een collectieve arbeidsovereenkomst werd
gesloten. Dit is momenteel in 5 sectoren het geval (zie hieronder);
- waar een impliciet akkoord of een gebruik bestaat dat
officieel werd vastgesteld en bekendgemaakt[7]. Dit is in 3 sectoren het geval (zie hieronder).
Sectoren waar betalingen van hand tot hand mogelijk zijn
PC 140.02
In het paritair comité voor de taxi’s werd een sector-cao gesloten die het
mogelijk maakt om, op verzoek van de werknemer, loonvoorschotten in
cash te betalen, beperkt tot 20% van de recette van de
werknemer en tot maximum 250 euro per maand[8]. Opgelet, deze CAO is niet meer van
kracht sinds 1 januari 2021!
PC 140.03
In het paritair comité voor het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden werd een
sector-cao gesloten die het mogelijk maakt om, op verzoek van de
werknemer-chauffeur, tot maximum 200 euro van het loon
(arab-vergoeding, verblijfsvergoeding of kosten eigen aan de werkgever) in cash
te betalen[9]. Deze cao is afgesloten voor
onbepaalde duur.
PC 144 en 145
In de paritaire comités voor de landbouw en het tuinbouwbedrijf werd op 26
september 2016 officieel akte genomen van het bestaan van het sectoraal gebruik
om cashbetalingen toe te laten voor seizoens- en
gelegenheidswerknemers. Zowel het loon zelf als de voorschotten op het
loon mochten dus verder van hand tot hand betaald worden.
Opgelet echter! In het tewerkstellingsakkoord voor de
periode 2017-2018 werd afgesproken om een uitdoofscenario te voorzien voor de
cash-betalingen. Betalingen van hand tot hand zullen nog kunnen tot
uiterlijk 31 december 2020. Sinds 1 januari 2021 moeten ook voor de
seizoens- en gelegenheidsarbeiders alle betalingen via overschrijving
gebeuren.
PC 324
In het paritair comité voor de diamantnijverheid en -handel werd op 23
november 2016 officieel akte genomen van het sectoraal gebruik inzake de
uitbetaling van het loon van hand tot hand aan het
werkliedenpersoneel, zijnde diamantarbeiders, -arbeidsters en leerlingen, met uitzondering van de
technische bedienden. De
uitbetaling van hand tot hand gebeurt wekelijks. De cash-uitbetaling vindt
plaats waar de arbeid wordt verricht. Het
van hand tot hand uitbetaalde loon wordt op de loonstrook vermeld.
PC 327.01 (PC 327.100 en PC 327.110)
In het paritair comité voor de beschutte en sociale werkplaatsen in
Vlaanderen[10] werd een sector-cao
gesloten die aan de werknemers de mogelijkheid biedt om ten uitzonderlijke
titel en voor kleine bedragen met een maximum van 100 euro per maand,
loonvoorschotten cash te vragen aan hun werkgever[11].
PC 327.02 (PC 327.200)
In het paritair comité voor de beschutte en sociale werkplaatsen
gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie werd een sector-cao gesloten
die aan de werknemers de mogelijkheid biedt om ten uitzonderlijke titel en voor
kleine bedragen met een maximum van 250 euro per maand,
loonvoorschotten cash te vragen aan hun werkgever[12].
PC 327.03 (PC 327.300 en PC 327.310)
In het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen van het Waals Gewest
en van de Duitstalige Gemeenschap werd een sector-cao gesloten die aan de
werknemers de mogelijkheid biedt om ten uitzonderlijke titel en voor kleine
bedragen met een maximum van 200 euro per maand,
loonvoorschotten cash te vragen aan hun werkgever[13].
Betalingsmodaliteiten
Wanneer de betaling van hand tot hand gebeurt, dient de werkgever een
kwitantie van deze betaling ter ondertekening aan de werknemer voor te leggen.
Deze kwitanties moeten als betalingsbewijs bewaard worden gedurende 5 jaar,
waarna er verjaring optreedt. Noch de RSZ-aangiften, noch de loonfiches noch
de betaling van de socialezekerheidsbijdragen of van de bedrijfsvoorheffing
worden immers aanvaard als bewijs van een effectieve betaling van het loon.
De betaling dient, behoudens akkoord van de partijen, gedaan te worden op de
plaats waar de arbeid wordt verricht of in de onmiddellijke nabijheid ervan.
p>
Sanctie
Het loon dat in strijd met bovenstaande regels betaald is, wordt als niet
betaald beschouwd[14].
[1] Het betreft de
onderdaan van een land dat geen lid is van de Europese Unie of dat niet beoogd
wordt door het Schengenakkoord.
[2] Artikel 5, §4/1
van de wet van 12 april 1965.
[3] De werknemer dient
de werkgever hiervan via een aangetekende brief op de hoogte te stellen
uiterlijk de 4de werkdag voor de gewone betaaldag van het loon. Een afschrift
van de betekening van de overdracht aan de gecedeerde schuldenaar of een
afschrift van de aanzegging van het beslag moet toegevoegd worden.
[4] Voor meer
informatie over beslag en overdracht van het loon van de werknemer en de
uitbetalingswijze van het loon in dat geval, verwijzen we naar de fiche "Loon - 3. Loonbeslag en loonoverdracht".
[5] Het loon mag dus
niet betaald worden via een eenvoudige bankcheque.
[6] Het
betreft de werknemer zoals bedoeld in artikel 5, § 4/1 van de wet van 12 april
1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.
[7] De procedure om
zo'n gebruik te formaliseren is opgenomen in het koninklijk besluit van 26
december 2015 (Belgisch Staatsblad van 19 januari 2016).
[8] Collectieve
arbeidsovereenkomst van 24 september 2020. U kan deze terugvinden in de rubriek
Sectoraal > Paritaire comités onder het PC 140.02 (trefwoord bezoldiging).
[9] Collectieve
arbeidsovereenkomst van 17 oktober 2019. U kan deze terugvinden in de rubriek
Sectoraal > Paritaire comités onder het PC 140.03 (trefwoord bezoldiging).
[10] Officieel het
Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse
Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen
erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de
maatwerkbedrijven.
[11] Collectieve
arbeidsovereenkomst van 28 juni 2016. U kan deze terugvinden in de rubriek
Sectoraal > Paritaire comités onder het PC 327.01 (trefwoord bezoldiging).
[12] Collectieve
arbeidsovereenkomst van 20 maart 2017. U kan deze terugvinden in de rubriek
Sectoraal > Paritaire comités onder het PC 327.02 (trefwoord bezoldiging).
[13] Collectieve
arbeidsovereenkomst van 4 juli 2017. U kan deze terugvinden in de rubriek
Sectoraal > Paritaire comités onder het PC 327.03 (trefwoord bezoldiging).
[14] Artikel 47bis
van de wet van 12 april 1965.
Wanneer moet het loon betaald worden?
Principe
Het loon moet op regelmatige tijdstippen betaald worden:
- ten minste twee maal per maand met een tussenpoos van ten hoogste 16 dagen
voor de arbeiders. Er moet dus steeds een
voorschot betaald te worden aan arbeiders. Dit voorschot moet bij
benadering overeenstemmen met het verschuldigde nettoloon. De tweede betaling
moet een definitieve betaling van het loon van de maand uitmaken;
- een maal per maand voor bedienden[1].
Betalingsdatum
De betalingstermijn kan bepaald worden door:
- een collectieve arbeidsovereenkomst;
- het arbeidsreglement. Dit mag de betaaldatum uiterlijk de 7de
werkdag na de arbeidsperiode waarvoor de uitbetaling gebeurt,
vaststellen;
- bij ontstentenis van een CAO of bepalingen in het arbeidsreglement, moet
het loon uiterlijk betaald worden op de 4de werkdag na de
arbeidsperiode waarvoor de uitbetaling gebeurt.
Onder werkdag wordt verstaan: alle dagen van de week, met uitzondering van
zon- en feestdagen. Een betaling van hand tot hand dient uitgevoerd te worden
op een gewone activiteitsdag.
In geval van overuren
Indien de werknemer overuren presteert, heeft hij recht op betaalde
inhaalrust en eventueel op overloon. De betaling van het overloon gebeurt op
het moment dat de overuren gepresteerd worden; de betaling van de inhaalrust op
het moment dat deze opgenomen wordt[2]. Dit zal dus niet noodzakelijk in dezelfde
betaalperiode zijn.
Bij kleine flexibiliteit of een variabel deeltijds
uurrooster
Bij een kleine flexibiliteit in het kader van artikel 20bis van de
arbeidswet of deeltijdse arbeid volgens een variabele arbeidsregeling heeft de
werknemer bij elke betaalperiode recht op het normale loon dat overeenkomt met
de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die in de arbeidsovereenkomst bepaald
is.
Indien de werknemer aan het einde van de referteperiode minder gewerkt heeft
dan de voorziene gemiddelde duur per week, blijft het betaalde loon verworven.
Indien de werknemer meer uren heeft gepresteerd dan voorzien in het contract,
is de werkgever verplicht deze gepresteerde uren te vergoeden.
Bij glijdende uren
Indien de werknemer tewerkgesteld wordt met een glijdend uurrooster (in het
kader van artikel 20ter van de arbeidswet) heeft hij bij elke betaalperiode
recht op het normale loon dat overeenkomt met de gemiddelde wekelijkse
arbeidsduur die in de arbeidsovereenkomst bepaald is.
Indien de werknemer op het einde van de referteperiode of wanneer de
arbeidsovereenkomst een einde neemt minder uren heeft gepresteerd dan de
gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, dan mag de werkgever het teveel betaalde
loon in mindering brengen van het loon dat hij nog aan de werknemer
verschuldigd is[3]. Heeft de werknemer daarentegen op het einde van
de referteperiode of wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt, teveel uren
gepresteerd, dan kan hij geen aanspraak meer maken op de betaling voor deze
teveel gepresteerde uren, behalve wanneer deze teveel gepresteerde uren
verricht zijn op vraag van de werkgever.
In geval van loopbaansparen
Wanneer in de onderneming een systeem van loopbaansparen bestaat, mag
afgeweken worden van de hierboven besproken regels inzake het tijdstip van de
betaling van het loon[4]. Het loopbaansparen heeft immers als bedoeling
dat de werknemer tijd (inhaalrust, extralegale vakantie,…) kan opsparen om deze
later in zijn carrière op te nemen. Het is dan ook op het moment van opname van
de opgespaarde tijd dat het daarbij horende loon uitbetaald dient te worden.
Bij beëindiging van de overeenkomst
Het loon van de dagen vóór de beëindiging van de overeenkomst, evenals ieder
ander bedrag verschuldigd ten gevolge van deze prestaties (transportkosten,
terugbetaling van beroepskosten,…) moet betaald worden op het tijdstip van de
beëindiging van de overeenkomst, en uiterlijk op eerste betaaldag die
volgt op het einde van de arbeidsovereenkomst. Zie hiervoor de fiche
"Formaliteiten van de afsluiting".
[1] Behalve de
commissielonen voor bedienden die niet beschouwd worden als
handelsvertegenwoordigers die minstens om de 3 maanden moeten worden betaald.
[2] Onder bepaalde
voorwaarden kan de werknemer ervoor kiezen om geen inhaalrust op te nemen. In
dat geval wordt het loon voor de inhaalrust op hetzelfde moment als het
overloon betaald.
[3] Mits naleving van de
grenzen voorzien in artikel 23 van de loonbeschermingswet. Meer informatie
hierover vindt u onder vraag “Kan de werkgever inhoudingen op het loon
uitvoeren?”.
[4] Artikel 35 §5 van de
wet betreffende werkbaar en wendbaar werk van 5 maart 2017.
Welk risico loopt een werkgever die zijn werknemers te laat uitbetaalt?
De wet bepaalt dat "voor het loon van rechtswege rente verschuldigd is met
ingang van het tijdstip waarop het eisbaar wordt"[1]. Dit betekent met andere woorden dat een werkgever die
zijn werknemers te laat betaalt, verplicht is hen interesten te betalen
op dit loon. De berekening van deze interesten moet op het brutoloon
gebeuren.
Kan de werkgever inhoudingen op het loon uitvoeren?
In principe is elke inhouding op het loon verboden. In afwijking op dit
principe mag de werkgever toch die inhoudingen uitvoeren die beperkend
opgesomd worden in artikel 23 van de loonbeschermingswet.
Toegestane inhoudingen op het loon
Het betreft:
- de inhoudingen krachtens de belastingwetgeving
(bedrijfsvoorheffing), de wetgeving op de sociale zekerheid (persoonlijke
socialezekerheidsbijdragen) en krachtens particuliere of collectieve
overeenkomsten betreffende bijkomende voordelen inzake sociale zekerheid
(groepsverzekering, aanvullende ziekteverzekering, …);
- de krachtens het arbeidsreglement opgelegde
geldboeten (bijvoorbeeld in het kader van de disciplinaire sancties);
- de vergoedingen en schadeloosstellingen,
verschuldigd in geval van aansprakelijkheid van de werknemer, overeenkomstig
artikel 18 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten. Let wel: om
schadeloosstellingen te kunnen inhouden op het loon, moet de werknemer zijn
akkoord gegeven hebben over de omvang van deze schadeloosstellingen! Bij
ontstentenis bepaalt de rechter het bedrag ervan;
- de voorschotten in geld verstrekt door de werkgever
op een loon dat nog niet verdiend is (lening tussen de werkgever en de
werknemer);
- de gestelde borg voor het nakomen van de
verplichtingen van de werknemer;
- het loon dat teveel werd betaald aan de werknemer
tewerkgesteld met een glijdend uurrooster zoals voorzien in artikel 20ter van
de arbeidswet, die de uren die hij minder heeft gepresteerd dan de gemiddelde
wekelijkse arbeidsduur, niet tijdig heeft ingehaald op het einde van de
referteperiode of wanneer de arbeidsovereenkomst een einde neemt.
Daarnaast kan een koninklijk besluit, op voorstel van het bevoegde paritair
comité, toelaten dat een bijdrage van de werknemer voor het verschaffen van de
door de loonbeschermingswet toegestane voordelen
in natura wordt ingehouden op het loon[1]. Dit koninklijk besluit zal dan ook de wijze
waarop de waarde van het betrokken voordeel en van de bijdrage wordt geraamd,
bepalen[2].
Opgelet! De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
preciseert dat deze inhouding sowieso enkel kan gebeuren indien het voordeel
niet reeds als loonvoordeel aan de werknemer werd toegekend. De werkgever kan
dus enkel een bijdrage als huurprijs voor huisvesting vragen van de werknemer
als hij de woning voordien niet al als loonvoordeel aan de werknemer had
toegekend.
Dwingend recht
Artikel 23 is van dwingend recht. In alle andere dan de
hierboven opgesomde gevallen is de inhouding van het loon van de werknemer dan
ook absoluut verboden. Bijgevolg kan hier in de arbeidsovereenkomst of het
arbeidsreglement niet van afgeweken worden. De werkgever kan dan ook niet
eenzijdig het verlies veroorzaakt door kasfouten, een bedrag voor deelname aan
een voorgaande staking,… afhouden van het loon dat hij de werknemer
verschuldigd is.
De werknemer kan daarentegen altijd in een individueel schriftelijk
akkoord aanvaarden dat de werkgever een bedrag van zijn loon inhoudt,
voor zover dit akkoord ondertekend wordt nadat het loon opeisbaar
geworden is. In dat geval is bovendien aan te raden om ook de
terugbetalingsmodaliteiten overeen te komen in functie van de situatie van de
werknemer (opsplitsing,…).
Opmerking: de werkgever kan altijd van het dubbel vakantiegeld of van het
vertrekvakantiegeld een bedrag inhouden dat de werknemer verschuldigd is,
aangezien het vakantiegeld niet beschouwd wordt als loon in de zin van deze wet.
Maximumbedrag van de inhoudingen
Na aftrek van de sociale en fiscale inhoudingen mag het totaal van
de inhoudingen niet meer bedragen dan 1/5 van het nettoloon, behalve
indien de werknemer gehandeld heeft met de bedoeling schade te berokkenen
(bedrog) of indien hij vrijwillig zijn contract beëindigd heeft vóór hij de
vergoedingen en schadeloosstellingen die hij aan zijn werkgever verschuldigd
was, terugbetaald heeft.
De werknemer kan, zolang hij verbonden is door een arbeidsovereenkomst, niet
afzien van deze bescherming. Zodra de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt, kan
de werknemer schriftelijk overeenkomen dat de inhouding meer dan 1/5 van de
verbrekingsvergoeding en van het eventuele loonsaldo mag bedragen.
De werknemer kan uiteraard ook steeds na betaling van zijn loon beslissen om
zijn schuld volledig of gedeeltelijk terug te betalen en dit zonder rekening te
houden met deze beperking van 1/5.
[1] Opgelet, deze
mogelijkheid kan niet gebruikt worden voor seizoenarbeiders die geen onderdaan
zijn van de Europese Unie en die huur betalen voor huisvesting door of via hun
werkgever. Voor seizoenarbeiders van derde landen bepaalt de Europese wetgeving
immers dat indien de huisvesting door of via de werkgever wordt geregeld, de
huur niet automatisch in mindering gebracht mag worden op het loon van de
seizoenarbeider.
[2] Momenteel is er
echter nog geen dergelijk besluit.
Wat moet er gebeuren in geval van een niet-verschuldigde betaling?
Principe
In geval van een niet-verschuldigde
betaling, d.w.z. wanneer er ten onrechte bedragen werden betaald aan een
werknemer, kan de werkgever in principe het bedrag terugvorderen krachtens
artikel 1376 van het Burgerlijk Wetboek[1]. Dit artikel bepaalt namelijk dat "diegene die
bij vergissing of met zijn weten iets ontvangen heeft dat hem niet verschuldigd
was, verplicht is het terug te geven aan diegene van wie hij het ontvangen
heeft zonder dat het verschuldigd was". Het arbeidsreglement kan eveneens in
een gelijkaardige bepaling voorzien, een bepaling die enkel kan tegengeworpen
worden aan de werknemer indien de werkgever het bewijs heeft dat de werknemer
er een kopie van ontvangen heeft.
Opgepast echter: indien de hieronder opgesomde voorwaarden gelijktijdig
vervuld zijn, zal de onverschuldigde betaling niet meer beschouwd worden als
niet-verschuldigd, maar als een verworven gebruik of recht:
- langdurig: het voordeel moet gedurende een
voldoende lange periode toegekend zijn, wat een feitelijk gegeven is;
- vast: de berekeningsbasis van het voordeel moet
vast zijn;
- algemeen: het voordeel moet toegekend zijn aan
alle werknemers van eenzelfde categorie.
Eigenlijke terugvordering
De werkgever mag niet eenzijdig het niet-verschuldigde bedrag inhouden van
het loon dat aan de werknemer betaald moet worden. Deze mogelijkheid is immers
niet opgenomen in de beperkende opsomming van de toegestane inhoudingen op het loon. De rechtspraak is
eveneens formeel in dat opzicht.
De enige manier om de niet-verschuldigde betaling terug te krijgen, is dan
ook het versturen van een brief naar de werknemer waarin de situatie in detail
wordt uitgelegd om vervolgens van hem een schriftelijk akkoord te verkrijgen
betreffende het terugbetalingsprincipe en de modaliteiten ervan. In geval van
weigering door de werknemer kan de werkgever enkel een procedure voor de
rechtbank instellen om een uitvoerbaar vonnis te bekomen.
Opgelet! Er mag niet uit het oog verloren worden dat een aanpassing van het
loon als gevolg van een niet-verschuldigde betaling gevolgen heeft op sociaal
en fiscaal vlak.
Op sociaal vlak
Aangezien er socialezekerheidsbijdragen werden betaald op het
niet-verschuldigde bedrag, kan de werkgever de bijdragen die ten onrechte aan
de RSZ betaald werden, terugvorderen.
Op fiscaal vlak
Er moet een onderscheid gemaakt worden al naargelang de terugbetaling
gebeurt in hetzelfde of in een ander belastingjaar.
Indien de terugbetaling gebeurt in de loop van hetzelfde belastingjaar als
dat van de niet-verschuldigde betaling, moet de werknemer het betaalde
nettobedrag terugbetalen en moet de werkgever een negatieve aangifte van
bedrijfsvoorheffing doen en een volgens de regels opgestelde fiscale fiche
opmaken.
Indien de terugbetaling gebeurt in de loop van een later belastingjaar
(bijvoorbeeld niet-verschuldigde betaling in 2018 en terugbetaling in 2019),
moet de werknemer het niet-verschuldigde nettobedrag terugbetalen, evenals de
op dat bedrag verschuldigde bedrijfsvoorheffing. De werknemer krijgt het bedrag
van de te veel betaalde bedrijfsvoorheffing terug bij de eindberekening van de
belastingen. Wordt het hem niet terugbetaald, dan moet hij een aanvraag tot
ambtshalve ontheffing indienen. De werkgever moet het totaalbedrag (netto +
voorheffing) in negatief bedrag vermelden op de fiscale fiche 2018 die hij zal
bezorgen aan zijn werknemer.
[1] Het Hof van Cassatie
heeft in een arrest van 10 oktober 2016 bevestigd dat de terugvordering van een
onverschuldigde betaling gebaseerd is op het burgerlijk recht en niet op het
arbeidsovereenkomstenrecht, en dat bijgevolg ook de burgerrechtelijke
verjaringstermijn van 10 jaar van toepassing is.
Wat zijn de risico's indien uw medecontractant de barema's niet naleeft?
Iedereen die personeel tewerkstelt in België, moet de Belgische
minimumloonschalen naleven, zelfs als gaat het om gedetacheerde werknemers.
Wees dus op uw hoede als uw medecontractant abnormaal lage prijzen aanbiedt…
het zou immers kunnen dat hij de barema’s niet naleeft en dat kan u duur te
staan komen.
Er bestaan immers 3 stelsels van loonaansprakelijkheid die werden ingevoerd
met het oog op een efficiëntere fraudebestrijding[1]:
- een algemeen stelsel;
- een bijzonder stelsel dat enkel
betrekking heeft op de hoofdelijke aansprakelijkheid van de rechtstreekse
medecontractant in geval van activiteiten in de
bouwsector;
- een bijzonder stelsel in geval van
illegale tewerkstelling van een onderdaan uit een derde
land.
Voor meer informatie over deze aansprakelijkheidsstelsels verwijzen we u
naar onze fiche “Loon - 5. Stelsels van
loonaansprakelijkheid”.
[1] Deze 3 stelsels
werden ingevoerd in de loonbeschermingswet van 12 april 1965 (Hoofdstuk
VI/1).
Wat zijn uw risico’s in geval van illegale tewerkstelling van een onderdaan uit een derde land?
Welke documenten zijn aan de betaling van het loon gelinkt?
Naast zijn verplichting om het loon te betalen, is de werkgever ook
verplicht bepaalde documenten aan de werknemer te bezorgen:
Wat zijn de toepasselijke sancties?
Voor een overzicht van de toepasselijke sancties verwijzen we u naar het
trefwoord “Loon en andere voordelen” van de fiche “Sociaal Strafwetboek – 4. De
inbreuken” in ons dossier over het Sociaal Strafrecht. U kan dit terugvinden in
de rubriek Sociaal/Dossiers/Federaal.
Wat zijn de belangrijkste wettelijke referenties?
- Wet van 12 april 1965
- Koninklijk besluit van 8 augustus 1980
- Koninklijk besluit van 18 januari 1984
- Koninklijk besluit van 26 december 2015 (procedure tot vaststelling van een
sectoraal gebruik)