Via diverse artikels[1]
lichtten we u reeds in over de maatregelen van de tax shift tot verhoging van
de koopkracht en de bevordering van het concurrentievermogen. Bij één vraag
stonden we echter nog niet uitgebreid stil. Met name, hoe zullen de fiscale
maatregelen van de tax shift gefinancierd worden?
De speculatietaks van
33%
Via deze eerste
maatregel wordt vanaf 1 januari 2016 een speculatietaks van 33% geheven op door particulieren
gerealiseerde meerwaarden verkregen bij de verkoop van beursgenoteerde aandelen, opties, warrants en hiervan afgeleide
producten die sinds minder dan 6 maanden
verworven zijn.
Met deze maatregel
viseert de wetgever in het bijzonder transacties
met een louter speculatief opzet.
Relatie werkgever-
werknemer buiten schot
De meerwaarden op
beursgenoteerde aandelen, opties en warrants die verworven werden in het kader
van de beroepswerkzaamheid worden in principe uitgesloten van deze maatregel.
De toekenning ervan geeft in deze context immers aanleiding tot het verwerven
van een belastbaar beroepsinkomen, wat
buiten elk speculatief opzet valt.
Vallen dus onder
andere buiten het toepassingsgebied van deze speculatiebelasting:
- meerwaarden gerealiseerd door de verkoop van beursgenoteerde (personeels)aandelenopties en warrants toegekend in het licht van de optiewet van 26 maart 1999;
- beursgenoteerde aandelen verkregen in het kader van een ‘restricted stock plan’ (belofte van de werkgever om aandelen toe te kennen indien bepaalde voorwaarden gerealiseerd zijn binnen een bepaalde tijdspanne)
- …
Wat betekent dit voor
de warrants?
Concreet zijn de meerwaarden die werknemers
realiseren op warrants die de werkgever aanbiedt in het kader van het door
Securex aangeboden warrantenplan vrijgesteld van deze speculatietaks.
Verhoging van het
tarief van de roerende voorheffing
Via deze tweede
“financieringsmaatregel” wordt het tarief van de roerende voorheffing op roerende
en diverse inkomsten verhoogd van 25%
naar 27%. Dit tarief is van toepassing op de vanaf 1 januari 2016 betaalde of toegekende inkomsten.
Tegelijk wordt de toepassing van dit tarief uitgebreid. Zo wordt het verlaagde tarief van 15% voor
interesten van thematische volksleningen en dividenden van residentiële
vastgoed-BEVAK’s afgeschaft en eveneens op 27% gebracht[2].
Vervroegde ronde van
fiscale regularisaties
Deze maatregel vormt
één van de pijlers van een drieluik in het kader van het beleidsplan “fiscale
fraude” van minister Van Overtveldt.
Om (onder andere) de
kaaimantaks kracht bij te zetten, zal een nieuwe ronde fiscale regularisaties die oorspronkelijk pas vanaf 2017 gepland
stond, nu een jaar eerder, op 1 januari 2016, van kracht gaan.
Via deze fiscale
regularisaties wordt aan belastingplichtigen de kans gegeven om hun zwart (of
grijs geld) te regulariseren, maar wel onder strikte voorwaarden en tegen
steeds hogere boetes dan in het verleden.
Andere maatregelen?
Naast bovenstaande
maatregelen, zullen de fiscale maatregelen van de tax shift onder meer
gefinancierd worden via volgende maatregelen:
- verhoging van diverse accijnzen voor diesel, tabak, suikerhoudende frisdranken,…
- afschaffing vrijstelling BTW op esthetische
ingrepen die louter de verfraaiing van het uiterlijk tot doel hebben.
[2] Daarnaast blijven afwijkende percentages bestaan voor tal van specifieke
inkomsten die aan de roerende voorheffing onderworpen zijn. In het bijzonder
denken we aan de auteursrechten waarop het afzonderlijk tarief van 15% behouden
blijft.