Uw sociale
lasten zullen dalen… Dit werd al meerdere malen aangekondigd, maar manier om er te geraken, is nog niet
officieel. We kunnen u in de tussentijd
wel al meegeven dat de volgende plannen op tafel liggen. Vanaf 2016:
- zullen de patronale basisbijdragen geleidelijk verminderen;
- zal de berekeningsformule voor de structurele vermindering herzien worden. Hierbij zal de nadruk gelegd worden op de lage en de middenlonen;
- zal voor de aanwerving van een eerste werknemer geen enkele basisbijdrage meer verschuldigd zijn, en wordt de huidige doelgroepvermindering voor de eerste 5 aanwervingen verschoven naar de tweede tot de zesde werknemer;
- keerzijde van de medaille: de werkgeversbijdragen voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zullen verhogen.
Geleidelijke
vermindering van uw patronale basisbijdragen
Momenteel worden
de patronale basiswerkgeversbijdragen gevormd door een basispercentage van 24,92% waarbij een loonmatigingsbijdrage gevoegd moet worden. Deze optelling geeft een resultaat van
ongeveer 32,40%.
Tijdens de
komende 5 jaar zullen deze bijdragen in principe geleidelijk dalen[1]:
- in 2016 en 2017 dalen ze tot 30%,
- in 2018 en 2019 zullen ze nog maar 25% bedragen;
- in 2020 zullen ze verder verlaagd worden tot 24,2%.
Opgelet, het gaat hier enkel om een verlaging van de basisbijdragen. Hierbij moeten nog de
bijkomende bijdragen die u eventueel verschuldigd bent bijgeteld worden (zie
"pro memorie" hieronder).
Er is
voorzien dat deze geleidelijke daling in geen enkel geval nadelig mag zijn voor
de werkgever. Concreet mag ze er niet
toe leiden dat het netto-percentage van uw sociale lasten hoger zou zijn dan
wat het zou zijn geweest als de IPA-korting van 1% zou zijn behouden[2].
Pro memorie
Het percentage van de patronale basisbijdragen is afhankelijk
van het statuut van de werknemer (bediende of arbeider) en van het aantal
werknemers dat in dienst is. Het
bedraagt ± 32,40% in geval
van aanwerving van een bediende en ± 38,40% in geval van aanwerving van een
arbeider[3].
Daarbovenop kunnen,
afhankelijk van het paritair comité waartoe de werkgever behoort, nog bijzondere
werkgeversbijdragen en/of bijdragen die bestemd zijn voor het Fonds van
Bestaanszekerheid komen. Op dit vlak zijn geen grote wijzigingen voorzien.
De persoonlijke
socialezekerheidsbijdragen, ten laste van de werknemer, blijven behouden op
13,07%.
Structurele
vermindering
De
structurele vermindering van de sociale lasten is een 'automatische'
bijdragenvermindering voor alle werkgevers. Ze genieten van een forfaitaire vermindering van hun werkgeversbijdragen en, in
voorkomend geval, een supplement voor de
lage of de hoge lonen[4].
Tijdens de
5 volgende jaren zal deze maatregel in principe op de volgende manier gewijzigd
worden[5]:
- de forfaitaire vermindering zal verlagen van 462, 60 euro (huidig bedrag) tot 438 euro in 2016 en 2017, om volledig te verdwijnen vanaf 2018. Er zal dus geen forfaitaire vermindering meer bestaan die geldt voor alle werkgevers;
- het plafond voor de hoge lonen, dat toelaat om een supplementaire vermindering voor de werknemers met een hoog loon te krijgen[6], wordt behouden op 13.401,07 euro in 2016 en 2017, om vervolgens afgeschaft te worden. Vanaf 2018 zal er dus geen supplement hoge lonen meer zijn;
- het plafond voor de lage lonen zal geleidelijk verhogen, waardoor het uiteindelijk ook de middenlonen zal omvatten:
- in 2016 en 2017 zal het 6.900 euro bedragen (tegenover 5.560,49 euro nu);
- in 2018 zal het 8.850 euro bedragen;
- in 2019 en 2020 zal het 9.035 euro bedragen.
De regering
heeft inderdaad aangekondigd dat ze een vermindering van de werkgeversbijdragen
wilt voor alle werkgevers (en dit door de verlaging van de patronale
basisbijdragen, gefinancierd door de afschaffing van de forfaitaire vermindering
en het supplement hoge lonen), maar dat er een bijkomende inspanning zal geleverd worden voor de lage en middenlonen
(gerealiseerd door de wijziging van de parameters van de structurele
vermindering zoals hierboven uitgelegd).
Dankzij de
verhoging van het plafond voor de lage lonen zullen meer werknemers met een
laag of middenloon het recht openen op een vermindering en deze vermindering
zal groter zijn. In tegenstelling tot wat nu het geval is, zullen vanaf 2018 dus enkel de lage en middenlonen
nog van de structurele vermindering kunnen genieten. De werkgevers die niet meer van de
structurele vermindering kunnen genieten, hebben in ruil wel hun basisbijdragen
zien verminderen…
Boost voor de eerste aanwervingen
De regering
heeft ook aangekondigd dat ze specifieke maatregelen zou nemen om KMO's te
ondersteunen. In dat kader wordt de
doelgroepvermindering eerste aanwervingen hervormd, zodat ze nog voordeliger
wordt voor de werkgevers:
- indien u een eerste werknemer aanwerft tussen 1 januari 2016 en 31 december 2020, betaalt u geen enkele patronale basisbijdrage[7], en dit voor onbepaalde duur!
- de huidige verminderingen voor de eerste tot de vijfde werknemer worden doorgeschoven naar de tweede tot de zesde werknemer.
Deze
hervorming zal ingaan vanaf 1 januari
2016. Er zijn overgangsmaatregelen voorzien voor werknemers die in 2015
aangeworven werden. In principe, maar we
wachten nog op de officiële teksten, zouden deze werknemers van de nieuwe
maatregel kunnen genieten voor de kwartalen die hen nog resten. We zullen binnenkort meer in detail op deze
wijzigingen terugkomen in een apart artikel.
Verhoging
van de kost van de SWT
Om de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag
verder te ontmoedigen, zullen de percentages van de bijzondere
werkgeversbijdrage (DECAVA) vanaf 1
januari 2016 verhoogd worden met:
- een coëfficiënt van 1,25 voor de profitsector;
- een coëfficiënt van 2,25 voor de non-profitsector.
U kan de
percentages die momenteel van toepassing zijn, terugvinden in onze
Sleutelbedragen (trefwoord "stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag").
Informatie
onder voorbehoud
We geven u al deze informatie onder voorbehoud mee,
aangezien er nog geen enkele tekst officieel werd goedgekeurd. Daarnaast zijn er ook specifieke maatregelen
voorzien voor de bouwsector, waarop we hier niet dieper ingaan. Aarzel ook niet om ons overzicht van de
fiscale maatregelen van de taxshift te raadplegen.
Afspraak in onze nieuwsrubriek tijdens de komende
weken voor meer informatie.
[1] Wat we hier meegeven, zijn de
voorgestelde bijdragepercentages voor werknemers van categorie 1
(restcategorie).
[2] De IPA-korting is een structurele
vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing van 1% van het
brutobedrag van de lonen voor de werkgevers uit de privésector. In het kader van de taxshift zal deze fiscale
gunstmaatregel afgeschaft worden en het vrijgekomen budget zal gebruikt worden
voor de vermindering van de patronale basisbijdragen.
[3] Dit verschil in percentage is te
verklaren doordat de arbeiders hun vakantiegeld via de vakantiekassen ontvangen
en de werkgever hiervoor vakantiebijdragen betaalt.
[4] U vindt meer uitleg over deze
maatregel in ons dossier "Tewerkstellingsmaatregelen", luik
"Federaal" in de rubriek Sociaals/Dossiers.
[5] We geven hier de voorstellen tot
wijziging van de parameters voor de werknemers van categorie 1 (restcategorie)
mee.
[6] Deze parameter werd indertijd
ingevoerd om een braindrain tegen te gaan.
[7] Ook hier zal de betaling van
bepaalde bijkomende werkgeversbijdragen nog mogelijk zijn, afhankelijk van het
paritair comité waaronder u ressorteert.